
Ruim 200 organisaties en 400 professionals uit 26 EU-lidstaten en 3 EFTA-staten (European Free Trade Association: IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland) doen op donderdag 30 oktober mee aan de grootste cyberproef in de EU ooit: Cyber Europe 2014. Dat schrijft ENISA, het EU-agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging. Het gaat om een tweejaarlijkse proef.
Gedurende de dag wordt getest in hoeverre de organisaties voorbereid zijn op cyberaanvallen. Het gaat om publieke en private organisaties, waaronder landelijke cybersecurity-agentschappen, ministeries, telecombedrijven, energiemaatschappijen, financiële instellingen en ISP's. Zij nemen hun procedures en capaciteiten op het gebied van cybersecurity onder de loep via zo realistisch mogelijke cyberaanvallen. Er worden ruim 2.000 afzonderlijke cyberincidenten gesimuleerd, waaronder DDoS-aanvallen, aanvallen op maatschappijkritische infrastructuren (zoals elektriciteit- en telecomnetwerken) en het stelen van gevoelige informatie.
Er wordt ook gekeken naar de mate van samenwerking tussen EU-lidstaten en organisaties over landsgrenzen heen en naar escalatieprocedures. Scheidend Europees Commissaris Neelie Kroes (Digitale Agenda) stelt dat betere samenwerking noodzakelijk is om de in aantallen en kwaliteit toenemende cyberaanvallen te blijven weerstaan. EU-wijd moeten lidstaten en organisaties informatie en ervaring uitwisselen op het gebied van de aanpak van cybersecurity.
Er is overigens op dit gebied al veel werk verzet, meent uitvoerend ENISA-directeur Udo Helmbrecht. Zo zijn er de afgelopen vijf jaar veel procedures ontwikkeld om een cybercrisis op EU-schaal aan te pakken. De proef die nu plaatsvindt, moet uitmaken wat de stand van zaken is en waar er nog verbetering nodig is.