
De Europese Commissie roept de Nederlandse regering op het matje over de wederverkoop van de analoge kabel. De Commissie schrijft voor dat toezichthouders, waaronder de ACM, volledig onafhankelijk kunnen optreden. De Nederlandse wetgeving ondergraaft dit volgens de commissie op twee manieren: televisie-aanbieders met een must-carry verplichting moeten hun programma-aanbod geschikt maken voor wederverkoop, inclusief hun transmissiediensten. Daarvoor moeten ze een op kostprijs georiënteerd wholesale-aanbod ontwikkelen.
De andere wettelijke bepaling schrijft voor dat de ACM (voorheen Opta) wederverkoop moet opleggen, als zij AMM vaststelt. Op dit moment wordt Omroep niet gereguleerd, waardoor dit wetsartikel in de praktijk niet aan de orde is.
De Commissie stuurt een ‘Reasoned Opinion’ naar Den Haag, wat de tweede stap is in een inbreukprocedure. De Nederlandse regering heeft twee maanden om daarop te reageren. Als de Commissie geen genoegen neemt met dat antwoord, zou zij de zaak kunnen doorverwijzen naar het Europees Hof van Justitie.
Beide maatregelen zijn door PvdA-kamerlid Martijn van Dam als amendement ingediend en opgenomen in de Telecommunicatiewet. Bewindsman Maxime Verhagen waarschuwde op dat moment al dat de Europese Commissie mogelijk bezwaren zou hebben. De Mediawet ziet op de inhoud van zenderpakketten, terwijl de Telecommunicatiewet gaat over het transport van signalen. Inhoud en transport zijn echter moeilijk los van elkaar te zien. Verhagen stelde ook vast dat er maar een manier was om dat zeker te weten – door de wet in te voeren.
De verplichting tot wederverkoop van de analoge kabel geldt sinds 1 januari dit jaar voor Ziggo en UPC. De bedrijven hebben laten weten een wholesaleaanbod te hebben en daarmee aan de wet te voldoen. Tele2 en YouCa hebben eerder dit jaar gezegd te willen onderhandelen, maar over het verloop van de gesprekken is niets bekend.