Omroepdiensten zijn zonder meer onderdeel van de telecommunicatiemarkt, stelt het Europees Hof van Justitie in een uitspraak over UPC en de gemeente Hilversum. Daarom is alleen de nationale toezichthouder van elk land aangewezen om maatregelen te nemen, op basis van een marktanalyse. De uitspraak doorkruist ook een andere zaak, namelijk de verplichte wederverkoop van de analoge kabel. Die verplichting is opgenomen in de Mediawet.
De betrokken kabelbedrijven procederen tegen de staat, maar ook de Europese Commissie. Die is een formele inbreukprocedure begonnen, over die verplichting. De eerste stap was een zogenaamde “Letter of formal notice”, gestuurd vanwege het passeren door de overheid van de toezichthouder en het beperken van de vrijheid om maatregelen op te leggen die de toezichthouder nodig acht. Deze brief werd in april 2013 gevolgd door een “Reasoned Opinion”, waarin de commissie aangaf nog steeds van mening te zijn dat Nederland de regels heeft overtreden.
Door de uitspraak van het Europees Hof staan de tegenstanders in die zaak sterker. Het is nu aan de staat om te besluiten hoe zij zich in die procedure opstelt: volhouden of met een wetswijziging de amendementen weer terugdraaien.
Intussen is het stil rond de wederverkoop van de analoge kabel. Toen de wetgeving net was ingegaan, lieten zowel Tele2 als YouCa weten belangstelling te hebben. De verplichting zal echter via de rechter afgedwongen moeten worden en de kans dat die er een groot kruis doorzet, lijkt een stuk groter.
