Zero-rated data-aanbiedingen die het gebruik van specifieke applicaties of diensten mogelijk maken nadat een databundel is opgebruikt, zijn in strijd met de EU-netneutraliteitsverordeningen, heeft het Hof van Justitie van de EU vastgesteld. In zijn eerste uitspraak over netneutraliteit zei de rechtbank dat onderscheid tussen verschillende soorten internetverkeer om puur commerciële redenen een schending van de verordening is.
De uitspraak werd gedaan in een zaak die door Telenor Hongarije was aangespannen tegen de lokale communicatietoezichthouder NMHH, in beroep tegen een beslissing uit 2017 waarin werd vastgesteld dat de operator de regels voor netneutraliteit had geschonden. De interpretatie door de rechtbank van de netneutraliteitsverordening is in lijn met de richtlijnen die Berec heeft gegeven aan nationale telecomtoezichthouders over de interpretatie van zero-rated data-aanbiedingen.
De EU-verordening van 2015 legt internetserviceproviders een algemene verplichting op tot gelijke en niet-discriminerende behandeling van verkeer. De rechtbank oordeelde dat deze verplichting zou worden geschonden als exploitanten het verkeer zouden blokkeren of vertragen op basis van commerciële overwegingen, in plaats van ‘objectief verschillende technische vereisten voor de kwaliteit van de dienstverlening voor specifieke categorieën verkeer’.
Bovendien kunnen zero-rated data abonnementen, als ze in omvang toenemen, de gebruikersrechten op toegang tot internetcontent, ongeacht de herkomst, beperken. Het aanbieden van onbeperkte data voor het voortgezet gebruik van bepaalde apps of diensten, zelfs nadat de betaalde databundel is opgebruikt, zou het gebruik van die apps waarschijnlijk doen toenemen en het gebruik van andere diensten verminderen. Op de lange termijn zou dit uiteindelijk de rechten van internetgebruikers om toegang te krijgen tot de content die ze willen, kunnen beperken of ondermijnen, aldus de rechtbank.
