EU snijdt in interchange fees voor betalingen

News General Europe 13 MRT 2015
EU snijdt in interchange fees voor betalingen
De Europese Unie verlaagt de interchange fees, de transactiekosten die banken rekenen voor betalingen met passen. Vanaf 1 oktober 2015 mogen kaartmaatschappijen zoals MasterCard en Visa maximaal 0,2 procent transactiekosten berekenen op een pinbetaling en 0,3 procent op een credit card. 

Het Europees Parlement heeft het voorstel van de Europese Commissie goedgekeurd, de Raad zal er nog over stemmen, naar verwachting nog voor de zomer. De drie instellingen hebben in december al een politiek akkoord gesloten over goedkeuring. De invoeringsdatum is voorzien voor 1 oktober.

De banken stellen de interchange fees nu nog onderling vast. Die tarieven lopen per land uiteen en liggen meestal op een aanzienlijk hoger niveau dan straks. Bij credit cards betaalt een winkelier vaak 3 procent van het aankoopbedrag aan kosten. 

Deze kosten maken het betalingsverkeer maatschappelijk gezien duurder en intransparant, stelt de Europese Commissie. Voor de consument is er weinig of geen verschil tussen een debit card en een credit card, maar voor een winkelier wel degelijk. 

In meerdere landen zijn kartelonderzoeken op de zaak gezet. Het Europees Hof van Justitie heeft in september 2014 geoordeeld dat de interchange fees in strijd zijn met het Europese mededingingsrecht. 

6 miljard euro per jaar

Het Europees Parlement heeft het voorstel van de Commissie bekrachtigd, tot vreugde van Europees Commissaris Margrethe Vestager van Mededinging. Zij stelt dat de verlaging per jaar 6 miljard euro bespaart op de kosten van het betalingsverkeer. 

Haar collega Jonathan Hill, voor de financiële interne markt, verwacht dat innovaties, zoals mobiel betalen, meer ruimte krijgen. De onzekerheid over de hoogte van de transactiekosten zette een rem op de ontwikkeling. 

Overigens is die onzekerheid dan wel weggenomen, de verlaging van de tarieven betekent ook dat concurrerende platforms vrijwel geen ruimte meer hebben om op prijs te concurreren met de kaartmaatschappijen. 

De tariefverlaging is gegoten in de vorm van een algemeen tariefplafond. Lidstaten krijgen de mogelijkheid om lagere percentages of een vast bedrag per transactie op te leggen. Dat is relevant voor Nederland, waar een pinbetaling ca. 7 cent kost.

De richtlijn bevat ook een aantal maatregelen bedoeld om de concurrentie in het betalingsverkeer te stimuleren. Banken en kaartmaatschappijen vereis(t)en dat een winkelier elke betaalpas met logo X of Y accepteert, ook als een bepaald type kaart hogere transactiekosten heeft. Die praktijk gaat ook veranderen.

De tariefmaatregel voor kaartkosten kan ook niet los gezien worden van de andere maatregelen die de Europese Commissie wil nemen, via de nieuwe Payment Services Directive, PSD2. Met dat pakket wil Brussel de interne markt voor het betalingsverkeer bevorderen. De hoge interchange fees in Duitsland hebben er bijvoorbeeld voor gezorgd dat het aantal pintransacties onder het Europees gemiddelde ligt. Enkele landen kennen een min of meer universeel platform voor online betalen, zoals Sofort in Duitsland en iDEAL in Nederland, maar in de meeste lidstaten is zoiets er nog niet.

Gerelateerde artikelen