Het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa) meldt dat het aantal inbreuken op de beveiliging bij verleners van vertrouwensdiensten vorig jaar aanzienlijk is gestegen, met ongeveer 80 procent. In totaal namen 27 EU-landen en twee EVA-landen deel aan de jaarlijkse beknopte rapportage, waarbij het aantal beveiligingsincidenten dat een aanzienlijke impact had op vertrouwensdiensten in de EU, steeg van 18 in 2018 naar 32 vorig jaar.
Systeemstoringen waren opnieuw de dominante oorzaak van de gemelde incidenten, goed voor meer dan 60 procent, tegenover 39 procent in 2018, terwijl meer dan driekwart van de totale incidenten (78%) een impact had op gekwalificeerde vertrouwensdiensten.
Enisa voegt eraan toe dat minder dan een derde van de gemelde incidenten (31%) werd beoordeeld als een grote impact en dat er, in tegenstelling tot de voorgaande twee jaar, in 2019 geen meldingen waren over incidenten waarvan de impact als rampzalig werd beoordeeld (niveau 5).
Volgens de EU-verordening inzake elektronische identificatie en vertrouwensdiensten (eIDAS) moeten verleners van vertrouwensdiensten inbreuken op de beveiliging melden aan hun nationale toezichthoudende instantie, wiens rapporten vervolgens naar Enisa worden gestuurd.
