
De kijktijd voor de huiskamertelevisie nam in november jaar-op-jaar met 13 procent af. Dat was het gevolg van minder live lineair en on demand kijken, waar een groei tegenover stond voor uitgesteld kijken. Dat blijkt uit het novemberrapport van de Stichting Kijkonderzoek (SKO).
De gemiddeld tijd voor de huiskamertelevisie kwam in november uit op 202 minuten per dag. Dat betekende een seizoensmatige stijging ten opzichte van oktober (188 minuten) maar een forse daling jaar-op-jaar van 13 procent (231 minuten in nov. 2020).
De verdeling was als volgt:
- Lineaire televisie 158 minuten (-13%), andere zaken (on demand) 44 minuten (-12%),
- Live lineair 126 minuten (-17%), uitgesteld lineair 32 minuten (+10%).
Opgeteld waren uitgesteld en on demand kijken in november goed voor 37,6 procent van de kijktijd (oktober: 38,8%), de rest voor live lineair.
De marktaandelen van de grote broadcasters in de avonduren waren als volgt:
- NPO 36,1 procent (oktober 34,5%),
- RTL 30,3 procent (oktober 32,0%),
- Talpa 17,8 procent (oktober 18,3%),
- Overige 15,8 procent (oktober 15,2%).
Als we de marktaandelen middelen over de laatste 12 maanden, dan zien we dat het verschil tussen RTL en Talpa groeit. Een jaar geleden was het 7,8 punten, vorige maand 10,9 punten.
De top 25 van best bekeken programma's werd, zoals gebruikelijk, gedomineerd door de NPO (16 noteringen), gevolgd door RTL (7) en Ziggo Sport (2).