Juristen van de Europese Commissie hebben ernstige twijfels bij de rechtmatigheid van een tijdelijke belasting op digitale diensten, zo meldt de Financial Times op basis van notities die de krant in handen heeft gekregen. In een vertrouwelijk juridisch advies van de EU-raad worden ernstige twijfels geuit of er een juridische grondslag is om een heffing van 3 procent in te voeren voor de grootste technologiebedrijven.
Volgens de juridische opinie zou de digitale omzetbelasting geen indirecte belasting vormen voor ondernemingen waarmee twijfel rijzen over de geschiktheid van de rechtsgrondslag op basis waarvan deze is voorgesteld. Eerder dit jaar onthulde de commissie haar voorstel voor een tijdelijke heffing gericht op de inkomsten van ongeveer 120 van de grootste technologiebedrijven, vanwege zorgen over de lage belastingtarieven die tech-reuzen betalen met geavanceerde financiële constructies. Eerlijkere belastingen op Facebook, Apple en Google zijn beladen onderwerp geworden met de Europese verkiezingen in mei volgend jaar in het vooruitzicht.
Op dit moment vestigen tech-reuzen zich in landen met een gunstig belastingklimaat en bieden hun diensten vanuit deze landen in heel Europa aan. Hierdoor lopen andere lidstaten belastinginkomsten mis. Een tijdelijke Europese belasting op digitale diensten had dit fenomeen moeten ondervangen. De heffing was is bedoeld als een tijdelijke maatregel, terwijl internationale belastingautoriteiten in de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) een wereldwijd kader uitwerken voor de belasting van techbedrijven.
