Bijna 90 procent van de Nederlanders heeft weinig tot geen idee over de rol van de overheid bij privacy-bescherming. Uit een onderzoek van Kaspersky Lab, uitgevoerd onder 1.000 Nederlanders, blijkt dat het merendeel niet bekend is met de huidige wetsvoorstellen rondom privacy-bescherming.
De politieke discussie over privacy is zeer actueel. Zo ligt er momenteel een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer voor een strengere meldplicht bij datalekken en een meer uitgebreide rol van het College Bescherming Persoonsgegevens als het gaat om toezicht op overtredingen van privacy-regels. Verder is er een discussie over het wel of niet vasthouden aan een bewaarplicht van verkeersgegevens (mail, telefonie etc.). Op EU-gebied is er vorig jaar een streep door deze regulering gezet door het Europees Hof van Justitie.
Hoewel de meeste respondenten de bescherming van hun online privacy belangrijk vinden, weet het merendeel niet of hun online privacy voldoende beschermd wordt. Minder dan de helft neemt actief maatregelen om de eigen privacy te beschermen. Hoewel er op steeds grotere schaal gebruik wordt gemaakt van cloud-diensten (zoals Gmail, Dropbox, Wetransfer en sociale netwerken), stelt slechts 14 procent van de ondervraagde Nederlanders te weten wat er gebeurt met verstrekte persoonlijke gegevens.
Volgens Kaspersky heeft ruim een derde van de Nederlanders weinig vertrouwen in de overheid als het gaat om het veilig omgaan met informatie over burgers. Toch acht 72 procent de rol van de overheid in het kader van privacy-bescherming groter dan de eigen rol. 55 procent van de respondenten stelt zich zelf ook verantwoordelijk te voelen voor de bescherming van persoonlijke gegevens online. Respectievelijk 30 en 24 procent meent dat webwinkels en social media verantwoordelijk zijn voor een goede bescherming van verstrekte gegevens. In het geval van financiële en gezondheidsinstellingen meent respectievelijk 60 en 61 procent van de Nederlanders dat deze partijen een hoge verantwoordelijkheid dragen voor privacy-bescherming.
Veel Nederlanders blijken bereid te zijn een deel van hun online privacy op te geven als het duidelijk is wat hier tegenover staat. Ze zijn het vaakst bereid hun medische gegevens te delen en centraal op te laten slaan als dit de medische zorg verbetert. Het merendeel staat ook positief tegenover het opslaan van DNA voor het oplossen van misdrijven.
