Keijzer: overheid gaat geen IPv4-adressen verhandelen

Nieuws Breedband Nederland 19 MRT 2020
Keijzer: overheid gaat geen IPv4-adressen verhandelen

De Nederlandse overheid beschikt nog over een aantal ongebruikte IPv4-adressen. Deze adressen worden echter niet verkocht of anderszins verhandeld om zo het nijpende tekort aan IPv4-adressen aan te pakken. Reden hiervoor is volgens staatssecretaris Mona Keijzer (EZK) dat een dergelijke stap zou bijdragen aan het in gebruik blijven van IPv4-adressen en de volgens de overheid noodzakelijke overgang naar IPv6-adressen belemmert. Dat stelt Keijzer in reactie op Kamervragen.

De overgang van IPv4 naar IPv6 is al jaren geleden ingezet. IPv6 biedt veel meer mogelijkheden voor afzonderlijke IP-adressen voor de exponentieel groeiende vraag naar IP-adressen voor menselijk en IoT-dataverkeer. De overgang is echter nog lang niet afgerond, waardoor de vraag naar IPv4 blijft bestaan. 

Kees Verhoeven, Tweede Kamerlid van D66, had in januari 2020 vragen gesteld over het opraken van alle IPv4-adressen. De Europese organisatie die IP-adressen beschikbaar stelt, RIPE NCC, heeft in november 2019 bekend gemaakt dat alle voor Europa gereserveerde IPv4-adressen gebruikt zijn en dat er voor organisaties in Europa alleen nog de mogelijkheid is om op de wachtlijst te komen als adressen weer vrijkomen. 

Geen goede kortetermijnoplossingen

Volgens Keijzer zijn er geen goede korte termijnoplossingen om het tekort aan te pakken. Er is wel een markt ontstaan waar niet gebruikte adressen verhandeld worden voor vaak hoge bedragen. Daarnaast is een technische workaround (zoals Network Address Translation) dat het mogelijk maakt een IPv4-adres te gebruiken voor meerdere toepassingen, gebruikers of componenten in plaats van de oorspronkelijk bedoelde enkele toepassing, gebruiker of component. 

Een dergelijke workaround heeft mogelijk enig voordeel zolang IPv6-adressen nog nietveel gebruikt worden, maar beperkt bij verdere digitalisering (Internet of Things, AI) de mogelijkheden op gebied van veiligheid en dienstverlening die IPv6- adressen wel bieden.

Overheid verstrekt geen IPv4-adressen

In het verstrekken van ongebruikte IPv4-adressen in het bezit van (semi-)overheidsinstanties ziet Keijzer in ieder geval niets. De overheid heeft in het verleden IPv4-adressen aangevraagd en toegewezen gekregen. ‘In theorie zou de overheid IPv4-adressen die niet meer nodig zijn kunnen verkopen aan andere partijen. Dit is echter onwenselijk en gebeurt dus ook niet, omdat dit zou bijdragen aan het in gebruik blijven van IPv4-adressen en de overgang naar IPv6-adressen belemmert.’

Deze overgang is volgens de staatssecretaris dringend gewenst vanwege de verwachte toename van op internet aangesloten apparatuur en programmatuur. Al deze apparatuur en programmatuur moet van een internetadres kunnen worden voorzien.  De echte oplossing zit dus in de overgang door alle partijen en gebruikers naar IPv6.

Initiatief IPv6 aan bedrijfsleven

Gezien het zeer grote aantal private en publieke partijen dat een investering moet doen en deze investering moet inpassen in hun eigen investeringsplannen, laat de overheid het initiatief voor overgang naar IPv6 primair aan hen. Wel stimuleert de overheid al geruime tijd de overgang naar IPv6 door voorlichting via het Platform Internetstandaarden waaraan marktpartijen, bedrijven en overheden deelnemen. 

Het Platform biedt onder andere kennis aan partijen ter ondersteuning bij de overgang naar IPv6 en daarnaast heeft het Platform de website Internet.nl ontwikkeld waar iedereen de door hem of haar gebruikte website of email voorziening kan laten testen op gebruik van onder meer IPv6. Verder hanteert de overheid zelf bij inkopen de ‘pas toe of leg uit’ lijst van standaarden en let er bij aanschaf van telecom en ICT-componenten op dat deze componenten IPv6 gebruiken.

Daarnaast zal op korte termijn een overheidsbrede afspraak gemaakt worden met het Forum Standaardisatie over de inspanningsverplichting om eind 2021 alle overheidswebsites en email-voorzieningen bereikbaar te maken via IPv6-adressering. De overheid heeft hierin dus een stimulerende rol, geen afdwingende, benadrukt Keizer.


Gerelateerde artikelen