NL ICT bekijkt gevolgen uitspraak over thuiskopieheffing

Nieuws Algemeen Nederland 2 DEC 2013
NL ICT bekijkt gevolgen uitspraak over thuiskopieheffing

Brancheorganisatie Nederland ICT laat weten de gevolgen te onderzoeken van een gerechtelijke uitspraak over de thuiskopieheffing. Het gaat om een vonnis van de Haagse rechtbank van 22 november.

De rechtbank stelde eiser Acer in het gelijk die vond dat Stichting Thuiskopie onterecht afdrachten inde voor onder andere Hollywoodfilms en Indiase films. Volgens de rechter is de thuiskopieheffing niet gebaseerd op de geleden schade. Het vonnis geldt mogelijk ook voor andere heffingsplichtigen, stelt Nederland ICT, dat zich vanaf het begin tegenstander toonde van uitbreiding van de thuiskopieheffing.

Stichting de Thuiskopie neemt in haar schattingen ook schade door het kopiëren van Amerikaanse en Indiase films mee. Deze landen zijn echter niet aangesloten bij het Verdrag van Rome, waardoor Thuiskopie voor deze visuele werken niet mag innen, aldus de rechter, die verder oordeelde dat reguliere importeurs maandelijks mogen rapporteren en betalen.

Dirk van Roode, manager public affairs bij Nederland ICT, noemt de thuiskopieheffing een onwerkbaar systeem door het gebrek aan duidelijkheid, problemen met de handhaving en administratieve kosten voor bedrijven die hoger zouden liggen dan de opbrengst voor Thuiskopie. Het is volgens Van Roode nu aan de politiek om met een ander systeem te komen.

De nieuwe thuiskopieheffing werd per 1 januari 2013 ingevoerd voor blanco opslagmedia zoals cd's en dvd's, maar ook voor apparatuur met opslagcapaciteit zoals smartphones, tablets, pc's en dvd-recorders. De heffing werd ingevoerd als alternatief voor een downloadverbod, waar een meerderheid in de Tweede Kamer tegen was. De heffing moet auteursrechthebbenden compenseren voor eventueel misgelopen inkomsten als gevolg van downloaden.

In eerste instantie zou de heffing een looptijd van een jaar hebben. In oktober werd echter bekend dat de thuiskopieheffing wordt verlengd tot 1 januari 2016. Dat liet het ministerie van Veiligheid en Justitie destijds weten.


Gerelateerde artikelen