
Opta is bezig met een vernieuwing van de marktbesluiten voor vaste en mobiele gespreksafgifte. De huidige regulering loopt tot 1 juli dit jaar. Het is het streven om het nieuwe marktbesluit, MTA-FTA 4, in het eerste kwartaal in conceptvorm te presenteren. Het zal eerst landelijk worden geconsulteerd en daarna genotificeerd bij de Europese Commissie.
Gespreksafgifte is een stelsel van vergoedingen die een operator krijgt betaald voor het gebruik van zijn netwerk. Het afgiftetarief wordt geïncasseerd door de aanbieder op wiens netwerk een telefoongesprek eindigt. Aangezien een telefoonnummer maar op één manier te bereiken is, heeft de aanbieder een zekere machtspositie. Daarom worden de tarieven gereguleerd.
Voor vaste netwerken liggen de tarieven veel lager, doordat de kosten per aansluitlijn lager zijn. Het tarief voor afgifte op een vast netwerk (FTA) is sinds 1 augustus vorig jaar bepaald op 0,37 eurocent per minuut. Het MTA-tarief is in een aantal stappen verlaagd tot 2,4 cent per minuut vanaf 1 september 2012.
Om dat besluit (MTA-FTA-3b) is het nodige te doen geweest. Opta moest het van de Nederlandse rechter aanpassen, maar dat leidde prompt tot een procedure in Brussel. De Nederlandse rechter heeft echter het laatste woord.
Het gaat hierbij om maxima op wholesale-niveau. De retailtarieven zijn niet gereguleerd, al ziet de wetgever wel graag dat ze de regulering volgen. In die tarieven zijn de afgelopen jaren een aantal dingen gebeurd. De tarieven voor bijzondere nummers (0900, 088 etc.) zijn dichter in de buurt van de andere tarieven komen te liggen, door ingrepen van de wetgever.
Toen het huidige marktbesluit van Opta er net was, zei de toezichthouder dat de tariefverschillen tussen vast en mobiel kleiner moesten worden. De mobiele tarieven zijn gedaald, maar de tarieven voor bellen naar vast zijn bij veel operators juist gestegen. Een tarief van 9 cent per minuut ligt ver boven het FTA-tarief van 0,37 cent per minuut.