Regulering DSL-netwerk blijft nodig - Tele2

Nieuws Breedband Nederland 2 OKT 2013
Regulering DSL-netwerk blijft nodig - Tele2

Toegangsregulering is ook in Nederland in de toekomst noodzakelijk om effectieve concurrentie te krijgen tussen vaste netwerken. Dat stelt onderzoeksbureau Ecorys in een rapport dat is geschreven in opdracht van Tele2. Het rapport analyseert de concurrentieverhoudingen en investeringen door netwerkbedrijven.

Veel EU-landen hebben één landelijk dekkend aansluitnetwerk, namelijk koper. Die markt is in de jaren '90 geliberaliseerd, waarbij regulering noodzakelijk werd geacht. Voor een aantal diensten, zoals telefonie, is de ex-ante regulering sindsdien geleidelijk verlicht.

De regulering is gericht op het creëren van een ‘ladder of investment’: alternatieve aanbieders krijgen verschillende kansen om diensten aan te bieden. De tarieven en mogelijkheden moeten zo ontworpen zijn dat de alternatieve aanbieders een prikkel hebben om te investeren in eigen netwerken en apparatuur, waarmee ze zich kunnen onderscheiden. De laatste trede op de ladder is de aanleg van een concurrerende local loop.

Die laatste stap is echter lastig te zetten omdat er grote investeringen voor nodig zijn. Toegangsregulering en de aanwezigheid van alternatieve aanbieders zijn daardoor noodzakelijk om de markt te laten ontwikkelen. Daarbij wordt dan weer gesteld dat één alternatieve aanbieder op DSL niet effectief genoeg is. Ecorys heeft een model dat het gedrag beschrijft van consumenten in een markt met twee of meer aanbieders.

Kabel en glas

Nederland heeft een eigen situatie en staat er qua breedband goed op. Kabel heeft ook een vrijwel landelijk bereik en kan worden opgewaardeerd tot hoge bandbreedtes, de kabelaars kunnen daardoor effectief concurreren met DSL. Kabel was maar in een paar landen relevant en werd destijds alleen gebruikt voor analoge tv. Daarom is het niet van meet af aan gereguleerd door de Europese Commissie.

Tegelijkertijd heeft Reggefiber als outsider kans gezien om te beginnen aan de bouw van een derde infrastructuur, FttH. Daardoor zit de Nederlandse markt in een transitiefase: de uitrol van glasvezel betekent dat het kopernetwerk op termijn buiten spel wordt gezet. Investeringen in DSL hebben daardoor maar beperkte waarde en blijven beperkt tot gedeeltelijke verglazing en upgrades in de actieve laag, zoals vectoring. Een ander effect van deze markt is dat KPN er belang bij heeft om op termijn Reggefiber over te nemen.

Opta heeft altijd gevonden dat de regel “two is not enough” ook in Nederland opgaat, met zijn kabelnetwerken. Daarom is het netwerk van KPN opengesteld voor wederverkoop. De alternatieve aanbieders worden gezien als derde macht.

Het rapport concludeert dat ook in de Nederlandse situatie toegangsregulering nodig blijft. Ook in de transitiefase, van DSL naar fiber, is het van belang dat de concurrentie op koper niet ten onder gaat. Subloop unbundling (SLU) zou in stand moeten blijven om alternatieve DSL-partijen (en buitenstaanders) de kans te geven als eerste uit te rollen naar de subloop. De dreiging van de ‘run op de subloop’ geeft additionele prikkels aan KPN het investeringstempo hoog te houden.

Daaruit volgt de aanbeveling om de regulering van VDSL zo in te richten dat de positie van die alternatieve partijen als Tele2 en Online beschermd wordt. Ze moeten toegang krijgen tot een gereguleerde virtuele lokale toegangsdienst (VULA). Om te voorkomen dat er alleen WBT overblijft, moet de mogelijkheid van subloop-ontbundeling blijven bestaan. Anders gezegd: de regulering moet blijven bestaan op elk niveau in het netwerk van KPN, maar virtuele ontbundeling moet erbij komen: alleen dan kunnen Tele2 en andere profiteren van upgrades en gedeeltelijke verglazing van het DSL-netwerk. De huidige regulering moet worden uitgebreid.

Gerelateerde artikelen