
Caller ID spoofing is geen groot probleem voor de opspring, schrijft minister Opstelten van V&J in antwoord op kamervragen. Het is niet aannemelijk dat door spoofing personen onterecht als verdachten worden aangewezen.
Spoofing wil zoveel zeggen dat degene die een telefoongesprek aanneemt, een ander nummer in het scherm ziet dan waarmee daadwerkelijk gebeld wordt. Spoofing wordt legaal gebruikt door bedrijven die het algemene nummer tonen op uitgaande gesprekken. Het is niet wenselijk om dat af te verbieden, bovendien blijkt het voor telecomproviders technisch niet mogelijk om spoofing te detecteren.
Politie en het Openbaar Ministerie zijn alert op spoofing in strafrechtelijke onderzoeken. De politie heeft mogelijkheden om te verifiëren of een beller gebruik maakt van spoofing. Verificatie van telefoonnummers en de gebruiker is een belangrijk onderdeel van een strafrechtelijk onderzoek en dat geldt dus ook voor de detectie van spoofing.
Spoofing leidt in beginsel niet tot het opnemen van gesprekken van personen van wie het telefoonnummer wordt gespooft. De tap wordt namelijk gezet op het echte telefoonnummer en niet op het door spoofing gefingeerde telefoonnummer. Evenmin heeft het invloed op geheimhoudersgesprekken, stelt V&J.