Werkgroep 29: enorme verschillen toepassing dataretentie

Nieuws Algemeen Europa 15 JUL 2010
Werkgroep 29: enorme verschillen toepassing dataretentie

De verplichting van de Europese Richtlijn Dataretentie om alle telecom- en internetgegevens te bewaren, wordt in de EU-lidstaten niet correct wordt toegepast. Met name de bewaartermijn verschilt per lidstaat van de EU. Dat hebben de Europese privacy-toezichthouders verenigd in de Artikel 29-werkgroep (WP29) geconcludeerd in een rapport over de toepassing van de richtlijn.

Het rapport dient als inbreng van WP29 voor de evaluatie van de Richtlijn Dataretentie door de Europese Commissie. Deze zal naar verwachting op 15 september 2010 worden gepresenteerd. Het belangrijkste punt van kritiek is dat service providers gegevens bewaren en afgeven op een manier die in strijd is met de bepalingen van de Richtlijn. Daarnaast is het niet goed mogelijk te beoordelen of de Richtlijn zijn doelen heeft bereikt omdat adequate statistieken hiervoor ontbreken.

De Europese toezichthouders roepen de Europese Commissie dan ook op om de bevindingen van het rapport te betrekken bij de beslissing die zij binnenkort zal nemen over het al dan niet wijzigen of intrekken van de Richtlijn. Het rapport is het resultaat van gezamenlijk onderzoek van de Europese toezichthouders. Uit het onderzoek bleek dat de richtlijn niet geharmoniseerd wordt toegepast. Er zijn grote verschillen tussen de lidstaten, met name inzake de bewaartermijnen: die blijken te variëren van zes maanden tot tien jaar - terwijl twee jaar maximaal is toegestaan. Een andere belangrijke conclusie uit het rapport is dat meer gegevens worden opgeslagen dan is toegestaan.

Categorieën:

Bedrijven:

Regio's:

Gerelateerde artikelen