
Het aantal huishoudens met vaste en mobiele telefonie is in 12 maanden tijd opnieuw afgenomen, blijkt uit onderzoek binnen het Telecompaper Consumer Insights Panel. En aangezien vrijwel iedere Nederlander een mobiele telefoon heeft, zit de daling bij het aantal vaste lijnen: van 64 procent in het derde kwartaal van 2019 naar 60 procent in het derde kwartaal van 2020. 39 procent van de huishoudens heeft alleen een mobiele aansluiting.
Vaste telefonie is bij 36 procent van alle aansluitingen onderdeel van een dual play of triple play. Dit percentage schommelt, maar stijgt de laatste kwartalen weer. De voordelen van de vaste lijn worden per jaar minder genoemd. 7 procent van de Nederlanders zegt dat ze goedkoper bellen naar vaste nummers, een jaar geleden was dat 10 procent. 9 procent van de huishoudens belt (deels) gratis naar vaste nummers.
Uiteraard veranderen de gewoonten en voorkeuren. "Met de vaste telefoon bel ik thuis, met de mobiele telefoon buitenshuis", was in 2013 nog een reden voor de helft van de respondenten. Het percentage is gestaag gedaald, tot 17 procent in 2020. Een iets grotere groep (20%) heeft het andersom, die worden gebeld op de vaste lijn als ze thuis zijn. Dit getal blijft overigens door de tijd constant.
Een afnemende groep mensen gebruikt de vaste telefoon omdat die altijd aan is, terwijl de mobiele telefoon soms uitstaat of leeg is. Het zijn vooral ouderen voor wie dit een reden is. Er zijn nog maar weinig mensen bij wie de kwaliteit of dekking van mobiel bellen onvoldoende is.
16 procent heeft nog niet opgezegd
Een deel van de respondenten heeft de vaste lijn nog niet opgezegd. Dit percentage is mettertijd toegenomen tot 16 procent. Enerzijds is opzeggen een manier om te bezuinigen op iets dat je toch niet gebruikt. Anderzijds zijn de meerkosten van de vaste lijn per maand laag, bij veel aanbieders is dit één à twee euro per maand.
