
Als er tijdens en rondom het MWC van dit jaar één ding overduidelijk was, dan is het wel dat de Chinese merken en fabrikanten de smartphone markt inmiddels stevig in handen hebben. Dat klinkt misschien wat tegenstrijdig, aangezien Huawei, de grootste Chinese smartphone fabrikant, wereldwijd afwisselend op de tweede of derde plek staat. Achter Samsung en maar net voor, of achter Apple, afhankelijke van welke kwartaalcijfers als uitgangspunt genomen worden. Enige toelichting is dus wel gewenst.
Om te beginnen hebben de nummers 1 en 3 het al een tijd zwaar. Zowel Samsung als Apple zien hun aantallen verkochte smartphones teruglopen. Zij leveren marktaandeel in waar Huawei marktaandeel wint. Maar dat is slechts een deel van het verhaal. Eind 2019 hadden Samsung (18 procent), Apple (17 procent) en Huawei (15 procent) samen precies de helft van de totale smartphone markt in handen.
Nummer 4 t/m 7: ook ‘Made in China’
Achter de ‘grote drie’ melden zich al geruime tijd drie (nieuwe) Chinese smartphone makers die in rap tempo marktaandeel winnen. Xiaomi, Oppo en Vivo verkochten in 2018 alle drie meer dan 100 miljoen smartphones. Goed voor marktaandelen van 7 tot 9 procent. Op de zevende plek stond Motorola, maar ook dat is inmiddels een Chinees merk, als onderdeel van Lenovo. Het aandeel van het voormalige Amerikaanse smartphone merk steeg eind 2018 in Chinese handen naar 2 procent met 36 miljoen verkochte toestellen over dat jaar.
Nog beduidend kleiner, maar eveneens groeiende, is het nieuwe Nokia. Ook dat merk is inmiddels onderdeel van een Chinese fabrikant, HMD Global. Hetzelfde geldt voor twee andere bekende westerse merken van weleer; BlackBerry en Alcatel. Smartphones van die merken worden al enkele jaren ontwikkeld en geproduceerd door het Chinese TCL Communications.
Het enige Chinese smartphone merk dat het in 2018 minder goed deed was ZTE. In de eerste helft van dat jaar stond dat merk aan de rand van de afgrond door een handelsverbod dat door Amerika was opgelegd wegens herhaaldelijke schending van het handelsembargo met Iran. ZTE werd op het nippertje, door ingrijpen van president Xi, met de hulp van Trump, gered maar dat had wel gevolgen voor de business van ZTE. In Barcelona, op het MWC, liet ZTE zien dat het de weg naar boven weer gevonden heeft. In harde verkoopcijfers van smartphones is dat nog niet terug te vinden.
Waar zijn de andere grote namen van weleer?
Nog geen tien jaar geleden waren Sony (Ericsson), LG en HTC na het Europese Nokia de grote uitdagers op de mobiele telefoonmarkt. De drie eerstgenoemde bestaan nog wel, maar zijn allemaal al voorbijgestreefd door de genoemde Chinese merken. En het is nog maar de vraag of Sony en LG, die in Barcelona nieuwe smartphones presenteerden, weer een serieuze rol kunnen gaan spelen (lees: substantieel marktaandeel kunnen verwerven).
LG presenteerde de achtste generatie van haar vlaggenschip G-series smartphone en een nieuwe V-series waarvoor ook een tweede beeldscherm accessoire beschikbaar komt. Als antwoord op, of alternatief voor, de opvouwbare smartphones die Samsung en Huawei onthulden. Sony presenteerde een nieuw design voor de high-end Xperia lijn. Die toestellen, de Xperia 1 en 10, hebben een display met een 21:9 schermverhouding. Daarmee kiezen zowel LG als Sony duidelijk voor een eigen (design) strategie. Dat is een kwestie van smaak en de komende maanden moet blijken of beide merken daarmee voldoende tegenwicht kunnen bieden aan de Chinese merken.
Op het MWC waren nog een tiental Chinese smartphone fabrikanten te zien. De Westerse wereld zet daar merken als Wiko en Energizer tegenover. Die op papier Frans en Amerikaans zijn maar hun smartphones ook gewoon in China laten produceren. Nog een teken dat China’s grip op de wereldwijde smartphone markt steeds steviger wordt.