Hoe relevant is downloadsnelheid nog?

Commentary Broadband Netherlands 26 JUN 2012
Hoe relevant is downloadsnelheid nog?

De bandbreedte (snelheid) van een internetverbinding is een belangrijk, zo niet ‘unique’ selling point. Vooral waar koper, coax en glasvezel met elkaar concurreren, zoals in Nederland. Kijken we alleen naar de downloadsnelheden, dan zien we nog altijd een beweeglijke markt:

  • De kabel heeft al geruime tijd 120 Mbps beschikbaar, gebruikmakend van Docsis 3.0 technologie. Dit geldt voor het grootste deel van Nederland.
  • Koper wordt al geruime tijd opgewaardeerd, zowel met VDSL2 technologie (de opvolger van ADSL2+) als met aanvullende technologieën zoals pair bonding, vectoring en phantom mode. Op basis van pair bonding weet KPN het maximum over xDSL nu te verhogen naar 80 Mbps, waar voorheen 50 Mbps het maximum was. Met deze techniek worden beide aderparen gebruikt, iets wat KPN vrijwel landelijk dekkend kan doen. Phantom mode voegt een virtueel derde aderpaar toe. Vectoring is een technologie om de performance te verbeteren door interferentie te drukken.
  • Op glas is de 100 Mbps grens definitief doorbroken. Beschikbaar zijn nu 200, 500, 600 en 1.000 Mbps, zij het zeer lokaal.

Voor de volledigheid voegen we hier de bekende tekortkomingen van koper en coax aan toe:

  • Kabel/Docsis 3: Het is een ‘shared medium’. Op basis van overboeking maken buurtgenoten gebruik van een maximale hoeveelheid bandbreedte. Nu zijn alle media op een goed moment ‘shared’, maar voor kabel geldt dit het sterkst, getuige onderzoek in opdracht van Telecompaper. Uit cijfers over de gemiddelde downloadsnelheid gedurende de dag blijkt dat de kabel overdag iets minder presteert dan de overige technologieën.
  • Kabel/Docsis 3: De bandbreedte wordt asymmetrisch (down > up) aangeboden. Dat is niet per se een eigenschap van de kabel, het is een kwestie van ‘spectrummanagement’. De kabelwereld verdedigt deze strategie door te verwijzen naar het asymmetrische karakter van veel verkeersstromen. Het downloadverkeer is nu eenmaal veel groter dan het uploadverkeer. Dit wordt verder gesteund door het feit dat symmetrie, aldus onderzoek op ons Consumer Panel, maar een zeer beperkt argument is om de breedbandverbinding op te waarderen.
  • Koper/xDSL: De bandbreedte neemt af met de afstand tot de centrale. Wij kunnen alleen maar gissen naar het aantal lijnen waarop de genoemde 80 Mbps haalbaar is, maar wij vermoeden dat dit slechts voor een kleine minderheid van de lijnen geldt.

De capaciteit van de lijn wordt nog altijd als differentiator ingezet. Al is het maar ten behoeve van de marketing. Tijdens ons recente Breedband 2012 congres was echter ook een ander geluid hoorbaar: Breedbandsnelheid is rap een achterhaald begrip aan het worden, zoals eerder de kloksnelheid van een processor of het aantal megapixels van een digitale camera. Op een goed moment geldt: genoeg is genoeg, en dan hoor je er niemand meer over.

Mogelijk heeft deze spreker (Arent van der Feltz van Ziggo) gelijk, maar misschien ook niet: het aantal ‘connected devices’ groeit, de opvolger van HD (4K) dient zich aan en beeldbellen wacht nog op zijn doorbraak. Intussen weigert Vodafone meer dan drie decoders te leveren aan zijn glasvezelklanten, omdat bij gebruik van meer dan drie televisies de kwaliteit van het (HD) signaal te mager zou worden. En verder is daar het menselijke ongeduld: een film downloaden in één minuut is altijd beter dan in 10 minuten.

Hoe het ook zij, ‘the jury is out’. Het valt nog te bezien of KPN met zijn verhoging naar 80 Mbps impact zal hebben op de breedbandmarkt. In de marketing heeft KPN last van twee beperkingen: ten eerste is het bereik van de 80 Mbps lang niet landelijk en ten tweede richt KPN de aandacht niet teveel op de snelheid maar meer op de mogelijkheden. De achterliggende redenen zijn allicht dat xDSL moet concurreren met het eigen glasvezelaanbod en dat de performance van xDSL sterk afstandsafhankelijk is. Een teken aan de wand is dat Tele2 en KPN al sinds de herfst van 2010 bezig zijn met het opwaarderen van hun ADSL2+ netwerken (VDSL vanuit de wijkcentrale, pair bonding), maar UPC heeft in Q1 van 2012 een recordgroei neergezet, die vooral ten koste is gegaan van de xDSL-markt.

De komende kwartalen zullen laten zien of de leegloop van xDSL tot staan kan worden gebracht en gecompenseerd kan worden door winst op glasvezel. KPN heeft zichzelf ten doel gesteld eind 2012 de bodem achter zich te laten en dan heeft het tot 2015 om het aandeel op de breedbandmarkt te laten herstellen van 39 procent nu naar 45 procent. Op dit moment lijkt dat, zonder een flinke overname, een onhaalbare kaart.

Enkele van de genoemde bevindingen werden op 20 juni gepresenteerd tijdens het Breedband 2012 congres van Telecompaper in Laren.

Categorieën:

Regio's:

Landen:

Gerelateerde artikelen