De adoptie van smartphones in opkomende markten is lange tijd gehinderd geweest door hoge prijzen en het gebrek aan subsidie door operators. Door de toegenomen aandacht van gevestigde namen voor regio’s als China, India en Afrika, komen smartphones eindelijk binnen het bereik van de prijsbewuste consument, zo blijkt opnieuw tijdens het Mobile World Congress (MWC) dat momenteel plaatsvindt in Barcelona.
Wanneer industry leaders spreken over ‘connecting the next billion’ dan wordt daarmee steevast verwezen naar potentiële gebruikers die die de pc links laten liggen en waarvan de eerste kennismaking met internet plaatsvinden via een mobiel apparaat. Het gaat veelal om markten met een brede lage sociaal-economische klasse, maar met een groeiende middenklasse.
Volgens IDC zal China in 2016 de grootste smartphonemarkt zijn met een aandeel van ruim 20 procent van alle verkochte smartphones wereldwijd. Het land stoot daarmee de Verenigde Staten, een typische high-end markt, naar de tweede plek. Op de derde positie staat in dat jaar India.
Hoewel overwegend Chinese producten deze markten domineren, is het kwaliteitsaspect van deze producten niet zelden afwezig. Het gaat in sommige gevallen om imitatieproducten die voor niet meer dan een paar tientjes worden verkocht door lokale leveranciers, de zogenaamde grey market devices. Grote spelers maken nu steeds vaker dankbaar gebruik van de tekortkomingen van dergelijke kwalitatief inferieure producten door een andere benadering van opkomende markten te kiezen, zoals het inspelen op kwaliteit, prijs en lokale services.
Tijdens het MWC regent het voorbeelden. Nokia introduceerde enkele goedkope Lumia-smartphones en twee S40-smartphones, die Nokia 105 en de Nokia 301 voor respectievelijk 15 en 85 euro. In een keynote onderstreept CEO Stephen Elop het belang van betaalbare mobiele apparaten voor de worstelende Finse handsetmaker. “We willen de betaalbaarheid van mobiele apparaten opnieuw uitvinden en daarmee ontwikkelende markten naar ons toe trekken”, zegt Elop.
Daarbij houdt Nokia naar eigen zeggen rekeningen met de geldende standaarden in deze markten. Zo verwachten gebruikers in de deze gebieden een volwaardige internetervaringen, maar beschikken velen niet over de middelen om een duur data-abonnement aan te schaffen. De Nokia 105 beschikt daarom over de Nokia Xpress browser, gericht op datacompressie, waarmee gebruikers volgens Elop per dag in totaal een miljoen dollar aan datakosten besparen.
Elop kreeg tijdens zijn keynote bijval van de CEO’s van Bharti Airtel (India), Qtel (Qatar) en Gary Kovacs, de hoogste baas van Mozilla, dat tijdens het MWC Firefox OS lanceerde met de Chinese hardwaremaker ZTE. Volgens Manoj Kohli, CEO Bharti Airtel, maakt minder dan de helft van het aantal klanten dat het bedient in India (181 miljoen) en Afrika (42 miljoen) gebruik van mobiele datadiensten.
De boodschap is duidelijk: consumenten in opkomende markten nemen steeds minder vaak genoegen met de beperkingen van feature phones waarvan bellen de voornaamste functionaliteit is. In plaats daarvan willen zij smartphones met mogelijkheden vergelijkbaar in ontwikkelde markten. Belangrijk zijn daarbij internettoegang, lokaal relevante apps en de mogelijkheid om financiële transacties te doen.
Smartphones in Westerse markten worden weliswaar hoger gespecificeerd, maar de nadruk zal in de markten in toenemende mate worden gelegd op de integratie met andere connected devices zoals TV’s en consoles, maar ook staan connected cars, home en cities in de schijnwerpers in Barcelona.
Het wordt tijdens het MWC duidelijk dat de volgende mobiele revolutie zich zal voltrekken in markten waar inwoners zich toegang tot het wereldwijde web zullen verschaffen via mobiele apparaten. Voor leveranciers die zich naar deze markten toebewegen, hangt het succes af van de mate waarin zijn schaal kunnen compenseren met lagere marges.Een positieve ontwikkeling voor de gebruikers in die markten is dat mobiele operators steeds vaker goedkopere databundels aanbieden en hun subsidies op handsets verhogen.
