
Er zal marketingtechnisch veel te zeggen zijn over de keuze voor de afkorting NPO en de vraag is of deze afkorting over vijf jaar de standaardterm zal zijn als men content van de Nederlandse publieke omroep zoekt. Het getuigt echter van inzicht dat deze content onder één noemer wordt geschaard en als zodanig wordt aangeboden. Het is niet vanzelfsprekend dat alle Nederlanders over vijf jaar nog een regulier televisie-abonnement hebben. Het is goed mogelijk dat men tegen die tijd maandelijks (of in andere termijnen) abonnementskosten overmaakt naar vier of vijf contentleveranciers (YouTube, Spotify, HBO, Netflix, enz.) en verder incidenteel on demand een programma van bijvoorbeeld de publieke omroep meepikt.
Bovendien is de abonnementsstructuur van broadcast televisie op televisietoestellen gebaseerd. We kijken (en luisteren) echter steeds meer met behulp van andere schermen en dan doet Nederland 1 het niet. Juist daar bereidt de NPO zich op voor. Kijken naar een video op een tablet of een smartphone gaat op on demand basis. Het maakt dan niet uit of die video op Nederland 3 werd uitgezonden en ook de omroep maakt dan minder uit. NPO heeft goed gezien dat de toekomstige informatie- en entertainmentconsument in andere hokjes denkt dan de zappende televisiekijker van nu.
Telecompaper organiseert op 12 juni het congres 'CONNECTED - Nieuwe spelregels' met veel aandacht voor de veranderende informatie- en entertainmentconsument.