Wederverkoop analoge kabel is twijfelachtig

Commentaar Video Nederland 27 JUN 2011
Wederverkoop analoge kabel is twijfelachtig

‘De kabel wordt toch opengebroken’, stelde Martijn van Dam (PvdA) nadat zijn amendement over de wederverkoop van de analoge kabel in de Tweede Kamer was aangenomen. Een groot deel van de Tweede Kamer wil dat de kabel gereguleerd wordt. Ook als de analoge wederverkoop onder de Mediawet mogelijk wordt gemaakt, is dat niet de maatregel waar de markt en het toezicht naar toe bewegen. Er zijn meerdere redenen voor twijfel aan de haalbaarheid:

De Eerste Kamer

De Tweede Kamer heeft de wijziging van de Telecommunicatiewet goedgekeurd, die nu naar de Eerste Kamer gaat. Dit specifieke amendement komt echter in de Mediawet. Steun voor de Telecommunicatiewet komt er, maar dat betekent dus niet dat wijzigingen in de Mediawet ook automatisch steun krijgen in de Eerste Kamer. Verhagen heeft al laten weten dat hij principiële bezwaren heeft en hij vermoedt dat die er in Brussel ook zijn. Het is nog niet bekend wat de Europese Commissie zal zeggen. Maar als Brussel zegt dat het niet kan, dan kan de Senaat dat niet negeren. De Senaat kan zelf geen wetten veranderen, maar wel de Tweede Kamer verzoeken om de Mediawet te wijzigen met een novelle.

Het bestuursrecht

De praktijk leert dat besluiten aangevochten worden. EL&I en OCW kunnen vrij snel een regeling opstellen over de wederverkoop, omdat Opta in 2009-2010 al het voorwerk gedaan heeft. Daarop volgt echter wederom een gang langs alle rechters, die gemakkelijk twee jaar kan duren.

De trends in de markt

Opta heeft in de vorige reguleerperiode veel tijd en moeite geïnvesteerd in wederverkoop op de kabel, maar vindt dat op basis van de huidige marktontwikkelingen niet meer gepast. De meeste partijen in de Tweede Kamer willen dat kabel gereguleerd wordt, alleen al vanuit het principe dat er drie vaste netwerken zijn - DSL, kabel en fiber – waarvan er twee open zijn en eentje niet. Anders gezegd: ze willen dat Opta ingrijpt. Dit amendement vervult die wens niet. Dat ze een klein, politiek haalbaar, succesje binnen willen halen, is wel te begrijpen.

Een klein analoog pakket

De Mediawet (art 6.13, eerste lid) definieert het basispakket. Als een significant aantal aangeslotenen op een omroepnetwerk programma-aanbod op analoge wijze ontvangt, verspreidt de aanbieder van dat omroepnetwerk naar die aangeslotenen in ieder geval ongewijzigd en vrij toegankelijk programma-aanbod op ten minste vijftien omroepnetten voor televisie en op ten minste vijfentwintig omroepnetten voor radio.

De wetswijziging van afgelopen week heeft uitsluitend betrekking op het analoge pakket. Het amendement op de Mediawet verwijst namelijk naar het eerste lid van artikel 6.13. Digitale doorgifte wordt geregeld in het tweede lid, maar daar gaat het amendement niet over.

De kabelbedrijven krijgen een sterkere incentive om het analoge pakket terug te brengen naar het minimum van 15 tv-zenders. Er is een groep klanten die tevreden is met 15 analoge zenders in de woonkamer, maar die groep is aan het uitsterven. Als je meer zenders wil, of als kinderen bepaalde zenders willen kijken op het tweede toestel, dan is digitale tv de enige optie, wat overigens ook DSL of Digitenne kan zijn.

Een kleinere aanbieder die alleen analoge tv aanbiedt, kan niet meegaan in de trend naar afname van gebundelde digitale diensten. Een grote wederverkoper als Tele2 kan wel bundels bieden, maar ook dan zijn er klanten die andere zenders willen.

Een niet-significant aantal aangeslotenen

De crux zit in het woord significant in de wet. De Mediawet bevat geen cijfers over marktaandelen, maar dat wordt uitgelegd als 50 procent. Die discussie is namelijk ook gevoerd over het digitale standaardpakket.

In de toekomst wordt dat woord ook belangrijk voor de analoge doorgifte. Nu ontvangt 100 procent van de abonnees van de kabelbedrijven het analoge pakket (Caiway uitgezonderd). Kabelaars zouden in principe kunnen besluiten om dat te scheiden in ‘lijnhuur’ en analoog, waarbij ze klanten de keuze geven om een pakket af te nemen zonder analoge tv. Daarmee verliezen ze een deel van hun maandomzet, maar het is wel goed te verkopen naar de klant.

In dat geval zou de penetratie van analoge tv snel dalen, mogelijk tot onder de grens van 50 procent. In dat geval heeft de verplichting tot analoge wederverkoop geen wettelijke basis meer.

Tenzij de wetgever besluit om nogmaals de wet te veranderen, met als doel om het analoge pakket voor eeuwig in stand te houden, zelfs als de consument er afscheid van heeft genomen. Dat zou de uitgangspunten van regulering pas echt ondergraven.
 

Categorieën:

Bedrijven:

Landen:

Gerelateerde artikelen