
België wil een hogere reserveprijs vaststellen voor het 800 MHz-spectrum dan Nederland. Dat blijkt uit het ontwerp wetsvoorstel dat nu wordt geconsulteerd. Toezichthouder BIPT wil de nieuwe frequentieband in de loop van volgend jaar veilen, opgedeeld in drie vergunningen van 2x10 MHz. Het BIPT wil de reserveprijs in de veiling vaststellen op 90 miljoen euro, looptijd 15 jaar. Het Agentschap Telecom vraagt 70 miljoen euro voor 2x10 MHz, looptijd 17 jaar. Het BIPT rekent meer, het AT rekent op meer.
Het verschil is feitelijk veel groter dan 20 miljoen euro, namelijk bijna een factor 2,5. Het BIPT heeft namelijk als uitgangspunt gekozen: de prijs per inwoner over de looptijd van de vergunning. Nederland heeft meer inwoners en een langere looptijd voor de vergunningen. Dat zou de waarde moeten verhogen.
Het BIPT rekent geen rond bedrag voor de totale vergunningperiode, maar een huur van 25.000 euro per MHz per maand. Dat bedrag is berekend door te kijken naar veilingen in Italië, Duitsland, Frankrijk, Portugal, Zweden, Denemarken en Roemenië. De opbrengsten daarvan zijn omgerekend naar een bedrag per inwoner (voor de looptijd van de vergunning).
Dat bedrag varieert van 0,25 euro in niet-competitieve markten tot 0,80 euro in hoog-competitieve markten. Dit komt overeen met een prijs tussen de 14815 en de 47408 euro per MHz en per maand. België is onder het midden gaan zitten.
België heeft 10,4 miljoen inwoners. 90 miljoen euro (delen door 20 MHz) is 4,5 miljoen euro per MHz (delen door de bevolking) = 0,43 euro voor iedere Belg voor de looptijd van de vergunning. Dat is 0,24 cent per maand (15 jaar, 180 maanden).
Elke Nederlander (16,7 miljoen mensen) betaalt minstens 0,21 euro over de looptijd, 0,1 cent per maand (17 jaar, 204 maanden).
De Nederlandse regering verwacht niet dat de vergunningen tegen de reserveprijzen weggaan, maar is wel zo verstandig geweest om een bodem te leggen. In 2010 is een dure les geleerd. Het geloof in nieuwkomers was zo groot, dat men verzuimd heeft om reserveprijzen te berekenen. De minimaal drie gehoopte nieuwkomers kwamen niet en het 2,6 GHz spectrum ging weg tegen administratieve leges van 50.000 euro voor de looptijd van de vergunning.
In de Multiband-veiling zijn er wel reserveprijzen berekend. Ze zijn gebaseerd op één ijkpunt, de Duitse veiling in 2010. Daarop zijn wat correctiefactoren losgelaten en daar is een prijs uitgekomen van 233 miljoen euro (voor 2x10 MHz). Omgerekend is dat 0,33 cent per inwoner per maand. De reserveprijs is gesteld op 30 procent van de geschatte waarde. Nederland vindt dat LTE - terecht zou men kunnen zeggen - meer waard is dan bij de zuiderburen.
Wat maken al deze berekeningen duidelijk? Misschien heeft de Belgische regering meer prioriteit gegeven aan de opbrengst van de veiling. Maar: op het moment dat wel een biedingsstrijd ontstaat, gaan de prijzen ruimschoots boven de reserve.
Misschien is er een andere reden: minder fiducie dat er een biedingsstrijd ontstaat. De Belgische veiling krijgt geen speciale condities voor nieuwkomers, maar wel de verplichting om na zes jaar nagenoeg landelijke dekking te bieden. De vierde mobiele operator, Telenet-Tecteo, deed niet mee aan de veiling van de 2,6 GHz-band. Als Telenet wederom afhaakt, zijn er nog maar drie gegadigden.