Opta zegt impliciet wat marktpartijen al lang hardop zeggen, namelijk dat de 2,6 GHz veiling een mislukking is geworden. Centraal staat de keuze om bestaande partijen in te perken met als doel om drie nieuwkomers binnen te laten – die er vervolgens niet blijken te zijn. In een analyse van de mobiele markt wordt die keuze afgeraden.
Het moge bekend zijn: er hangt heel wat spectrum boven de markt. EZ ontwikkelt een visie op het spectrumbeleid en heeft Opta daarvoor een analyse van de Nederlandse mobiele markt laten uitvoeren. Opta adviseert EZ wat te doen bij de naderende verdelingen van spectrum.
Opta adviseert expliciet tegen caps voor bestaande partijen om ruimte te maken voor een vast omschreven aantal nieuwkomers. Opta wijst erop dat het aantal spelers waarvoor ruimte is, niet oneindig groot is. In plaats daarvan moet bekeken worden wat er nodig is om toetreding mogelijk te maken voor partijen die daadwerkelijk kunnen concurreren. Men geeft dus de voorkeur om de markt het aantal toetreders te laten bepalen. Een andere optie zou kunnen zijn dat er onderzocht word hoeveel nieuwkomers er werkelijk een kans maken en dat dit wordt meegenomen bij de inrichting van de verdeling.
Caps kunnen ook ten koste gaan van een andere doelstelling, namelijk de opbrengst. In de 2,6 GHz veiling hebben de restricties aan de deelnemers waarschijnlijk geleid tot een lagere opbrengst, schrijft Opta voorzichtig. Maar het is aan het ministerie om te bepalen hoe belangrijk die doelstelling is, wordt daaraan toegevoegd.
Dat is impliciet op te vatten als kritiek op de 2,6 GHz veiling. Opta spreekt zich daar niet rechtstreeks uit, dat was de opdracht ook niet en daar is men ook te diplomatiek voor. Maar het wordt expliciet geadviseerd om de 2,6 GHz veiling niet te herhalen.
Aanvullende maatregelen bij toekomstige spectrumveilingen zijn wel degelijk nodig, concludeert Opta. Toetreders – of op zijn minst terugkerende kansen op toetreding – zijn nodig om de markt te disciplineren en concurrerend te houden. Op dit moment zijn alleen KPN, T-Mobile en Vodafone werkelijk in staat te concurreren. MVNO’s spelen maar een beperkte rol.
Opta concludeert verder dat de drie MNO’s op grond van hun kenmerken en marktposities in staat zijn om onderling de concurrentie uit te schakelen. Met andere woorden, er is een risico op stilzwijgende coördinatie, die collectieve aanmerkelijke marktmacht laat ontstaan. Die is heel moeilijk hard te maken, dus het is wel zo verstandig om er vooraf rekening mee te houden.
Om gebrek aan concurrentie voor te zijn, moeten komende spectrumveilingen gericht worden op de positie van nieuwkomers, zegt Opta. Daar zijn twee manieren voor: door ze gelegenheid te geven om lagere frequenties te kopen en door de hindernissen voor de uitrol van een netwerk weg te nemen.
Tele2 en Ziggo 4 zijn er namelijk nog niet, nu ze spectrum hebben gekocht in de 2,6 GHZ band. De uitbouw van een netwerk is een stevige barrière voor toetreding. Als er niets gedaan wordt, is de kans groot dat toetredingsbarrières daadwerkelijk te hoog blijken te zijn.
Ook een internationale vergelijking laat zien: er zijn landen waar een nieuwkomer de markt op stelten heeft gezet met lage tarieven voor mobiel internet. In Nederland blijven prijs en snelheid in een ongunstige verhouding steken. KPN heeft aangekondigd dat de tarieven voor mobiel internet wederom gaan stijgen.
Telecompaper ziet ook een andere gemiste kans in de 2,6 GHz veiling, namelijk dat er een partij was opgestaan die een wholesale netwerk bouwt, zoals LightSquared in de VS (lees ons commentaar: Open LTE-netwerk in de VS in volgende fase – nu een huurder vinden) Het is te hopen dat de volgende veiling de oren niet laat hangen naar de drie operators, en ook niet naar de grillen van een Tweede Kamer, maar de markt zijn werk laat doen. En anders hebben de drie MNO’s het speelveld voor zichzelf.