GfK wil de concurrentie aangaan met SKO op de markt van kijkcijfers in Nederland. De onderneming wil via GfK Panel Services kijkcijfers bepalen op basis van een smartphone-app die geluid analyseert en TV-programma’s kan identificeren.
De ontwikkeling van software die geluid herkent gaat in een hoog tempo. Zie de nieuwe Siri spraakherkenningstechnologie in de iPhone 4S van Apple. En op het gebied van interactieve TV is er een app van Umami die ongeveer hetzelfde doet als de app die GfK wil inzetten voor kijkcijfermetingen. De app herkent een programma en in het geval van Umami krijgt de gebruiker op zijn smartphone aanvullende informatie voorgeschoteld over het programma. Het is nog wel even de vraag hoe goed dit allemaal werkt bij het registreren van het geluid van de TV, maar concurrentie kan nooit kwaad. Sterker nog, als het werkt levert de technologie van GfK meer op, want deze registreert niet alleen het kijken via de TV, maar ook kijken op een willekeurig ander scherm, zoals een tablet. In de VS leidde dat een paar maanden geleden tot problemen tussen kabelbedrijven, o.a. Time Warner Cable, en broadcasters. TWC lanceerde een iPad-app die live TV mogelijk maakte (zij het alleen in en om het huis). De broadcasters waren bang dat het kijken via de iPad (wat niet gemeten wordt) de reguliere kijkcijfers zou doen dalen. Met alle gevolgen van dien voor de advertentie-inkomsten. De broadcasters voerden aan dat het kijken van de kanalen op een iPad niet gedekt werd door het bestaande contract met TWC.
SKO wil de komst van een concurrent via de rechter voorkomen. Als argumentatie wordt aangevoerd dat er verwarring zou kunnen ontstaan over wat nu de ‘juiste’ kijkcijfers zijn. Ook claimt SKO exclusiviteit door een bestaande samenwerking met Intomart GfK (echter: de nieuwe dienst zou uitgevoerd worden door het Duitse GfK Panel Services). Het tegenhouden van de komst van een concurrent via de rechter lijkt bij voorbaat kansloos. En als er al verwarring mogelijk zou zijn, dan is het berekenen van een gemiddelde een eenvoudige uitweg.
Overigens is SKO op een ander terrein al succesvol met het in stand houden van haar monopolie: broadcasters zoals RTL en SBS, partners van SKO, eisen van IPTV-operators dat zij de (zeer exacte) kijkcijfers die zij tamelijk gemakkelijk kunnen herleiden uit hun IPTV-systeem niet mogen gebruiken of bekendmaken, zo vernemen wij uit zeer betrouwbare bronnen. Ook dat kan uitgelegd worden als streven naar uniformiteit, maar tegelijk is het een manier om concurrentie in de kiem te smoren. De Amerikaanse evenknie van SKO, het voormalige VNU-onderdeel Nielsen, heeft een reputatie op te houden als het gaat om het beschermen van zijn virtuele monopolie, want ook Nielsen bestookte in het verleden opkomende concurrenten met rechtszaken. Of kocht ze eenvoudig op.
Natuurlijk zijn de belangen groot. De advertentiemarkt is afhankelijk van de cijfers van SKO. Concurrentie, zoals de exacte IPTV-cijfers, kunnen de sector in problemen brengen als de SKO-cijfers plotseling niet blijken te kloppen. Maar dat mag geen reden zijn om een concurrent van de markt te houden.
