Als het om de kwaliteit van de verbinding gaat, dan lijkt het alsof het vooral om de (maximum) snelheid gaat en eventueel de daadwerkelijk geboden performance ten opzichte van waarmee geadverteerd wordt. Zo hebben we geleerd dat glasvezel, en in mindere mate de kabel, met zijn service redelijk dichtbij de beloofde snelheden blijft. ADSL en waarschijnlijk ook VDSL stellen de abonnee meer teleur, want in de praktijk krijg je vaak maar pakweg de helft van de 'headline' snelheid.
Overigens is het van belang te beseffen dat we steeds meer naar een wereld van streaming services gaan, waarin downloaden een kleinere maar blijvende rol speelt. Voor downloaden geldt dat het waarschijnlijk nooit snel genoeg kan. De mens is nu eenmaal van nature ongeduldig, zoals professor Andrew Odlyzko van de Universiteit van Minnesota betoogt. Het heeft dus wel degelijk zin om te streven naar hogere snelheden. Echter, waar het om streaming services gaat, is de snelheid maar tot op zekere hoogte belangrijk. Als een HD stream bijvoorbeeld 15 Mbps vergt, dan is een verbinding van ruim 15 Mbps in theorie dan ook voldoende (je moet rekening houden met overhead en packet-loss). Overboeking speelt ook een rol, omdat nu eenmaal niet alle abonnees tegelijk streamen (of downloaden).
Maar juist voor streaming services komt een andere parameter om de hoek kijken als het om kwaliteit gaat. Nu geldt dat minder voor diensten waarvoor een cache gemaakt kan worden, maar zeker wel voor diensten waarvoor een korte responstijd (latency) sterk bepalend is voor de kwaliteit en de gebruikerservaring. Denk vooral aan bellen (zoals Skype) en gaming. En dat is de 'capability' of ook de 'stationarity' van de verbinding, zoals consultant Martin Geddes betoogt.
Wat onderzoek van Geddes aantoont is dat snellere netwerken niet altijd ook goed scoren op 'packet loss' en 'delay'. Ook snelle netwerken kunnen op deze parameters slecht scoren. Dat zorgt voor vertraging en gaten in een gesprek. Alleen als beide consistent laag zijn (een verlies van datapakketjes van rond 0,1% en een latency van maximaal 50 ms), ervaren we de kwaliteit als goed.
Kortom, het wordt langzamerhand tijd dat we het meten van de kwaliteit van een breedbandverbinding uitbreiden en niet meer alleen kijken naar de maximumsnelheid, maar ook naar verlies en latency en de stabiliteit.
