
Het valuta-effect zorgde ervoor dat de omzetgroei bleef steken op 12 procent, maar als we dat eruit halen wordt +17 procent zichtbaar. Vorig kwartaal was de groei 15 procent (ook met een fors negatief valuta-effect) en het kwartaal ervoor 20 procent (met een klein positief valuta-effect). Kortom, 17 procent is een mooie groei.
Wat YouTube betreft, gaat het om de pre-roll reclames die weggeclickt kunnen worden (TrueView). Exclusief deze reclames zou de waarde van een click (cost per click, CPC) jaar-op-jaar gestegen zijn. Juist de dalende CPC (en de afnemende groei van het aantal clicks) is verantwoordelijk voor zorgen om de groeivooruitzichten van Google op de advertentiemarkt. De overgang van de desktop naar mobiel zorgen al langer voor deze trend. Het bestuur was overigens positief over de mobiele advertentiemarkt en ook over het segment van de grote adverteerders, een markt waarop Google met Facebook concurreert.
Voor de langere termijn moet het hoge innovatietempo van Google de groei waarborgen. De enorme schaalgrootte is daarbij van essentieel belang. Dat zorgt ervoor dat de kosten, zowel investeringen (capex) als R&D (opex), over een grote basis verdeeld worden. Bovendien levert het hoge volumes, waardoor Google genoegen kan nemen met lage (of zelfs negatieve) marges.
Voorbeelden:
- Project Loon: een plan voor duizenden ballonnen voor internettoegang in opkomende markten.
- Project Fi: in de VS is een MVNO gestart met overwegend lage tarieven. Vooralsnog kan alleen de eigen Nexus 6 de dienst leveren door naadloos te switchen tussen WiFi en mobiel (op de netwerken van Sprint en T-Mobile US).
De negatieve c.q. dunne marges van deze activiteiten zijn voor Google geen probleem vanwege de voordelen die zij opleveren: verkoop van eigen hardware, meer gebruik van Google diensten en content en meer advertentieruimte.