
In haar jaarlijkse kersttoespraak sprak Koningin Beatrix haar zorg uit over toenemende individualisering en afnemend nabuurschap. "Mensen communiceren via snelle korte boodschapjes. Onze samenleving wordt steeds individualistischer. Persoonlijke vrijheid is los komen te staan van verbondenheid met de gemeenschap. Maar zonder enig 'wij-gevoel' wordt ons bestaan leeg. Met virtuele ontmoetingen is die leegte niet te vullen; integendeel, afstanden worden juist vergroot. Het ideaal van het bevrijde individu heeft zijn eindpunt bereikt. We moeten trachten een weg terug te vinden naar wat samenbindt."
Er zijn berichten genoeg, over tieners die dagelijks vele uren besteden achter de computer, om de zorg over deze ontwikkelingen te concretiseren. Toch is het zeer de vraag of de veranderingen als gevolg van SMS, Twitter en Facebook (waaraan de Koningin duidelijk refereert) wel zo zorgelijk zijn - en of zij omkeerbaar zijn.
Om te beginnen is het de vraag of de computer tijd afsnoept van sociaal samenzijn. Het lijkt er eerder op dat het TV-kijken lijdt onder de opkomst van de nieuwe communicatiemogelijkheden. En in dit verband valt de computer toch te prefereren boven de TV, want internetten impliceert activiteit en communicatie, tegenover het passieve van TV-kijken.
Fundamenteler nog is de vraag of het sociaal samenzijn überhaupt lijdt onder de opkomst van nieuwe technologie (of het nu internet, de mobiele telefoon of de TV is). Alleen gedegen onderzoek kan dit uitwijzen. Zoals het ook zeer de vraag is of illegaal downloaden slecht is voor de verkoop van legale muziek (verschillende onderzoeken wijzen op het tegendeel), zo valt niet uit te sluiten dat ontmoetingen in cyberspace ontmoetingen in meatspace stimuleren. Voorlopig kan geconstateerd worden dat de nieuwe mogelijkheden mensen wel degelijk dichter bij elkaar brengen. Ouders met kinderen in een ver land communiceren via Skype; rebellen in Iran organiseren zich via Twitter; dating sites zijn een belangrijk medium in het tot stand brengen van liefdesrelaties; via LinkedIn vinden mensen een nieuwe baan; Facebook stelt mensen in staat om ook na hun studententijd in contact met elkaar te blijven, ook al zwermen zij uit over de wereld; met MySpace zijn artiesten in staat een gevoel van verbondenheid te creeren tussen fans over de hele wereld; de politie schakelt via de SMS-dienst Amber Alert de gemeenschap in om te zoeken naar een verdwenen kind; en politici, Obama voorop, maken handig gebruik van de nieuwe middelen om hun ideeen over te brengen.
Ten slotte is het de vraag of het nabuurschap onder de opkomst van de nieuwe communicatiemogelijkheden lijdt. Misschien is het alleen maar zaak om de term nabuurschap breder te definieren. Als het als zo is dat we minder contact hebben met onze buurtbewoners (en dat is nog maar de vraag), dan is daar een grote toenadering voor in de plaats gekomen tussen zielsverwanten over de hele wereld. We voelen misschien minder verbondenheid met onze buren, maar dankzij Facebook, Twitter en LinkedIn is de band met onze zelf gekozen vrienden alleen maar sterker geworden. En de verwachting is dat zorg-op-afstand straks, dankzij verdere verglazing van de communicatienetwerken, ouderen en zieken langer in staat stelt thuis te blijven wonen. Het mooie is dat het er niet meer toe doet waar je woont. Op die manier dragen al deze diensten eraan bij dat grenzen verdwijnen. In plaats van ons te verzetten tegen nieuwe technologie, is het beter deze te omarmen en ten goede in te zetten voor een betere wereld.