
Fitch heeft een rapport gepubliceerd over de dreiging van Docsis 3.0 voor telecombedrijven. Dat is geen nieuwe visie, maar het is wel interessant deze constatering in historisch perspectief te plaatsen.
Het ontstaan van KPN gaat terug tot de opkomst van de telegrafie, in de achttiende eeuw. In 1928 werd de Nederlandse PTT opgericht, waaruit in 1989 KPN voortkwam. De Nederlandse kabel heeft een kortere historie, die teruggaat tot de jaren ’70. Tot de jaren ’90 bestonden beide netwerken zonder overlap: KPN verzorgde telefonie en de kabel televisie.
Eind jaren ’90 ontstond concurrentie en nam de kabel de leiding door de kabelnetwerken geschikt te maken voor tweeweg en always-on breedbandverkeer. Feitelijk benutte de kabel het feit dat het later aangelegd is, met dikkere kabels en dus meer spectrum. Door telefonie aan te bieden werd de voorsprong op KPN nog groter, maar KPN was inmiddels actief met mobiele telefonie, iets waar de kabel nog altijd geen (eigen) antwoord op heeft.
KPN kwam aan het begin van deze eeuw met DSL, een vinding die dateert van de jaren ‘80. Na ADSL begon het met de uitrol van ADSL2+ en SDSL, waardoor de achterstand op de kabel op breedbandgebied werd weggewerkt. KPN kreeg daarnaast te maken met regulering, zodat unbundling zijn intrede deed. Mede daardoor konden KPN en de unbundlers de leiding nemen op de breedbandmarkt.
Telefonie toevoegen aan het kabeltv-pakket is aanzienlijk eenvoudiger dan tv toevoegen aan het telefonie-pakket van KPN. Daar komt nog bij dat de kabel op de breedbandmarkt met Docsis 3.0 een sterkere technologie in handen heeft dan KPN met ADSL2+. Gaat ADSL2+ in beginsel tot 24 Mbps (afgezien van verdere technische upgrades), met Docsis 3.0 zijn snelheden tot 160 Mbps mogelijk (die eveneens verder opgewaardeerd kunnen worden).
Het rapport van Fitch beschrijft de huidige stand van zaken en dus de technologische voorsprong van de kabel. De grote vraag is nu: wat is het antwoord van KPN? Gaan we ervan uit dat niets doen geen optie is, dan heeft KPN grofweg de keuze uit twee, waarbij glasvezel in beide gevallen tot dichter bij de eindklant wordt doorgetrokken.
De eerste optie is FttC (fiber to the curb of street cabinet), wat impliceert dat de ‘last mile’ met VDSL-technologie wordt bewerkt. Deze opvolger van ADSL2+ maakt snelheden tot 100 Mbps mogelijk, waarbij de performance echter snel daalt met de afstand. Abonnees op meer dan een kilometer van de straatkast kunnen maar een fractie van deze 100 Mbps halen. Overigens heeft de kabel dit probleem ook, maar het is opgelost opgelost door om de paar honderd meter een versterker te plaatsen.
De tweede optie is FttP (fiber to the premises: home of business). In dat geval komt er geen DSL-technologie meer aan te pas, afgezien van gebouwen (fiber to the building) waarin koper wordt gebruikt voor het ‘in-building’ netwerk. Daarop wordt dan VDSL toegepast, maar deze keuze is in Nederland niet aan de orde.
KPN test momenteel beide opties in vijf gemeenten ieder en komt, vermoedelijk bij de halfjaarcijfers in juli, met een nadere invulling van de strategie, waarbij het zal kiezen voor FttC, FttP of een mengvorm. FttC heeft het voordeel dat het stukken goedkoper is, maar de achterstand ten opzichte van de kabel wordt er niet door overwonnen. Met FttP herneemt KPN de leiding. Zo’n netwerk is het meest breedbandig, biedt deze bandbreedte symmetrisch aan (download en upload gelijk) en maakt tv en VoD mogelijk. Het is een dure en langdurige zaak, maar tevens een toekomstvaste keuze, die als bijkomend voordeel zeer lage onderhoudskosten en een ‘groen’ netwerk heeft.
Resteert de vraag: welke keuzes gaan de kabel en KPN maken? Beslisfactoren bij de keuze van technologie zijn tweeledig. Het eerste element is de toekomstvastheid. Hoe zal de groei van de vraag naar bandbreedte zich ontwikkelen? Welke technologie kan de vraag, ook op termijn, aan? Het tweede element is de prijs, zowel capex als opex.
Voorlopig heeft de kabel de leiding en in het spel van haasje-over is nu de beurt aan KPN om te kiezen tussen FttC en FttP. Met FttP neemt KPN de leiding en wordt de bal teruggekaatst naar de kabel. Waarbij beide partijen er goed aan doen unbundlers voor zich te winnen om de bezettingsgraad van deze dure nieuwe netwerken te optimaliseren.