Openstelling Deense kabel kan Europese uitstraling hebben

Commentary Broadband Denmark 13 MRT 2009
Openstelling Deense kabel kan Europese uitstraling hebben

De Europese Commissie steunt de Deense toezichthouder in zijn poging om toegang op wholesalebasis af te dwingen tot het breedbandnetwerk van TDC Cable. Als argument wordt aangevoerd dat TDC, de incumbent, niet alleen het telefoonnetwerk maar ook het kabelnetwerk bezit.

Dat TDC Cable derden toegang moet verlenen tot zijn breedbandnetwerk is goed te verdedigen met dit argument, al zou horizontale splitsing van TDC (dus verkoop van TDC Cable) in theorie de voorkeur moeten hebben. Horizontal separation is in de meeste Europese landen doorgevoerd, vorig jaar nog in Portugal. Dat het in Denemarken nog niet gelukt is, heeft ongetwijfeld te maken met een gebrek aan belangstelling voor het overnemen van TDC Cable.

In Nederland steunde de EC onlangs nog de Opta, waardoor derden actief kunnen worden op de netwerken van UPC, Ziggo, CAIW en Delta. Het betreft echter een volstrekt andere markt, namelijk de broadcastmarkt. Toch is daardoor in Nederland de nodige symmetrie ontstaan in de regelgeving: zowel KPN als de kabel moet derden toelaten om het aloude kernprodukt (resp. telefonie en tv) te wederverkopen. Daarbij zijn de partijen op elkaars netwerk uitgesloten: de kabel mag geen spraakdiensten (carrier (pre)select) aanbieden op het netwerk van KPN en KPN is uitgesloten van de wederverkoop van tv op de kabel. Daardoor worden de partijen gestimuleerd om te investeren in VoIP (de kabel) en IPTV (KPN).

Overigens is de symmetrie niet volmaakt. Het is immers technisch en financieel veel gemakkelijker voor de kabel om VoIP te introduceren dan voor KPN om IPTV mogelijk te maken op zijn netwerk.

De breedbandmarkt is voor zowel kabel als KPN echter een ander verhaal. De markt is jarenlang goed geweest voor hoge groei en beide partijen moeten er fors voor investeren; KPN heeft zijn DSL-apparatuur en de kabel heeft Docsis. Vooralsnog heeft de Opta alleen KPN verplicht om derden toe telaten tot zijn breedbandnetwerk. Daardoor hebben de unbundlers, met name Tele2, Online en BBned/Alice, samen zo’n 15 procent van de markt weten te pakken. De Opta legt de kabel de zelfde verplichting niet op en verwijst naar de sterke concurrentie op de breedbandmarkt. In de regelgeving zorgt dit echter voor asymmetrie, waar tegen KPN al enige tijd ageert.

Overigens moet benadrukt worden dat de Nederlandse kabelmarkt anders is dan de Deense. De Nederlandse kabel is niet in handen van KPN, het bereik is groter (bijna 100%, tegenover 75% in Denemarken) en er is een zekere mate van versnippering (twee grote aanbieders, twee middelgrote en een flink aantal kleine spelers). Dat maakt de regelgeving anders, maar de vraag is of dat terecht is, want de eindgebruiker kan niet kiezen: de netwerken van de kabelbedrijven overlappen elkaar niet.

De kabel voert overigens ook nog aan dat er geen belangstelling zou bestaan voor unbundling van de kabel. Daarnaast is het technisch lastig, als gevolg van de topologie van kabelnetwerken. Doordat het kabelnetwerk gedeeld wordt door vele eindgebruikers, in het moeilijk om op individueel niveau te unbundlen. Daarom is het interessant om in de gaten te houden hoe de Deense breedbandmarkt zich gaat ontwikkelen. De grote vraag is of het technisch en commercieel gaat lukken om de kabel te unbundlen. Op Europees niveau zullen de ontwikkelingen scherp in de gaten worden gehouden. Mogelijk schept Denemarken een precedent voor landen met een grote kabeldichtheid, zoals Nederland en Belgie.

Categories:

Companies:

Countries:

Related Articles