
Tele2 Nederland heeft in Q2 van 2011 opnieuw abonnees verloren, niet alleen in vaste telefonie, maar ook in mobiel en breedband. Prijsdruk op de zakelijke markt en een voorziening voor de integratie van BBned drukten de resultaten. Zelf spreekt Tele2 over een ‘solid operational result’, vanwege de stabilisering van de EBITDA op kwartaalbasis. In mobiel ligt de focus op postpaid, waar het aantal abonnees volgens Tele2 stabiel was. De triple play was populairder dan de double play, wat goed was voor de ARPU en de EBITDA, maar tegelijkertijd bijdroeg aan het teruglopen van de inkomsten uit vaste telefonie. Afnemers hiervan gaan door cross- en upselling immers over naar bijvoorbeeld de triple play.
De omzet steeg op jaarbasis, in Zweedse kronen gemeten, met 11 procent (mede door de overnames van BBned en CDS), terwijl de EBITDA met 3 procent afnam (mede door de voorziening van 48 miljoen kroon). We corrigeren voor valuta-effecten, BBned, CDS (per 1 juni overgenomen voor 42 miljoen kroon ofwel ongeveer 4,7 miljoen euro, plus acquisitiekosten: 1 miljoen kroon) en de voorziening om de autonome groei te kunnen schatten. We zien dan een marginaal lagere omzet en EBITDA (daling beide ongeveer -1%). Op kwartaalbasis loopt de omzet toch weer fors terug, van 168 naar 164 miljoen euro, terwijl de EBITDA marginaal groeit, van 46,9 naar 47,1 miljoen euro (zelfs naar 52,4 miljoen als de reorganisatielast buiten beschouwing blijft).
Het totaal aantal abonnees is sinds begin 2007 met ongeveer 50 procent gedaald naar 1,04 miljoen. Daarbij vergeleken is de omzet vrij stabiel, wat ervan getuigt dat Tele2 ‘up the value chain’ beweegt, met minder vaste telefonie en prepaid mobiel, en meer breedband, triple plays en postpaid mobiel. Ook in de EBITDA-marge komt dat tot uiting: deze is in vier jaar tijd ongeveer verdubbeld naar 28,7 procent.
Tele2 NL is nog altijd de nummer drie binnen Tele2 Groep, na Zweden (31%) en Rusland (29%), met een omzetbijdrage van 14,8 procent. Een jaar geleden was de bijdrage 13,3 procent, waardoor de overnames zichtbaar worden. Toch is Tele2 NL goed voor slechts 3,5 procent van de RGU’s (revenue generating units), wat het gote belang van zakelijke diensten weerspiegelt. Ondanks de focus op winstgevendheid is de bijdrage aan de groeps-EBITDA iets gedaald naar 15,6 procent (vorig jaar 17,4%). Door zwaar op de capex-rem te gaan staan, is de bijdrage aan de vrije kasstroom (EBITDA minus capex) wel fors gegroeid: van 17,6 naar 25,1 procent.
Zoals we eerder hebben benadrukt (zie ons commentaar ‘Gaat Vogelpoel Tele2 in West-Europa versterken of verkopen?’) is de verbintenis van het Zweedse hoofdkantoor aan de Nederlandse unit schijnbaar niet 100 procent. In ieder kwartaalverslag immers benadrukt men dat alle landenoperaties tot de Top 2 moeten kunnen behoren qua abonnees. Zonder een grote overname is dat in Nederland niet haalbaar. Dit kwartaal komen daar twee omineuze statements van de CEO, Mats Granryd, bij: “I am proud of this result and of our achievements in the quarter, but more work needs to be done before I am satisfied”. En vooral: “The group will concentrate on maximizing the return from fixed-line operations, as their customer base continues to decline”. Betekent dit een verzwaarde focus op mobiel, en uitmelken van de vaste activiteiten, met weinig oog voor groei?
Het lijkt erop dat Tele2 niet mikt op de ‘top-line’ (abonnees, omzet), maar meer op resultaat (EBITDA, vrije kasstroom). Daarbij slinkt de basis aanzienlijk en daalt het marktaandeel. De vraag is nu: doet Tele2 dit om straks, gewapend met licenties en een eigen mobiele netwerk, abonnees terug te winnen? Dan zal ‘Zweden’ wel moeten bijspringen, want de vrije kasstroom over 2010 was met 121 miljoen euro niet bepaald voldoende om de aanleg van een 4G-netwerk uit de eigen kasstroom te financieren. Met de huidige aandacht momenteel sterk gericht op Zweden, Rusland, Kazakhstan (en Noorwegen, waar men Network Norway inlijft) dringt de vraag zich op: is het bedrijf wellicht bezig zich aantrekkelijk te maken voor een verkoop?