
NIBC breidt zijn portefeuille in digitale infrastructuur verder uit, met een groeiende nadruk op datacenters in West-Europa. De bank beheert inmiddels voor EUR 2,1 miljard aan leningen in deze sector en wil doorgroeien naar EUR 2,5 tot 3 miljard. Nieuwe investeringen in glasvezelprojecten worden met meer terughoudendheid benaderd, vanwege tegenvallende activatiecijfers, oplopende kosten en trage vergunningstrajecten. In deze TP:Talks gaat Ed Achterberg in gesprek met Jan Willem van Roggen, commercieel verantwoordelijk voor commercieel vastgoed en digitale infrastructuur bij NIBC.
Overname NIBC door ABN Amro aangekondigd
Naast de operationele ontwikkelingen speelt ook een strategische verandering op de achtergrond. ABN AMRO heeft de intentie uitgesproken om NIBC over te nemen. De transactie wordt naar verwachting in de tweede helft van 2026 afgerond. Tot die tijd blijft NIBC zelfstandig opereren. “Voor ons commerciële team verandert er niets. We blijven open voor nieuwe transacties en werken volgens een ambitieus budget,” stelt Van Roggen.
Snellere groei bij datacenters
Waar NIBC in 2009 begon met het financieren van glasvezelprojecten, ligt de focus inmiddels meer op datacenters. Datacenters groeien sneller en leveren een aantrekkelijker risico-rendementsprofiel op. Volgens Van Roggen heeft de bank momenteel meer kabelprojecten dan datacenters in portefeuille. “We willen daar meer balans in brengen. Datacenters zijn schaalbaar en stabiel, zeker met sterke huurders.” NIBC participeert in grote hyperscalerprojecten via syndicaten, met leningen tot 50 miljoen euro. Kleinere colocatieprojecten in onder andere Nederland en België bieden ruimte voor een leidende rol. De opkomst van AI-georiënteerde huurders zoals CoreWeave en Mistral zorgt voor extra dynamiek. “Zij leveren hogere marges op, maar vragen ook een grondigere risicobeoordeling. We moeten goed begrijpen waar we in stappen.”
Glasvezeluitrol verloopt moeizaam
De uitrol van FTTH-netwerken verloopt trager dan verwacht. De activatiegraad blijft achter door personeelskrapte, vergunningstrajecten en hevige concurrentie. “Het aansluiten van klanten blijkt arbeidsintensief en wordt vaak onderschat,” aldus Van Roggen. “Daarbij zijn de kosten gestegen door inflatie en stijgende lonen.” Hoewel de bank rente ontvangt op haar leningen, staan sommige businesscases onder druk. In enkele gevallen is de bank eigenaar geworden van netwerken na het wegvallen van de oorspronkelijke investeerder. Die netwerken konden tot nu toe met winst worden verkocht, maar dat vergt veel inzet en tijd. “We doen zulke trajecten altijd samen met andere banken. Dat maakt het beheersbaar.”
Focus op sterke partners en duurzame regio’s
NIBC investeert vooral in Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Nordics. Laatstgenoemde regio wordt steeds interessanter vanwege de ruime beschikbaarheid van hernieuwbare energie en voldoende fysieke ruimte voor datacenters. Spanje wordt eveneens genoemd als groeimarkt, mede door de sterke groei in zonne-energie. In Nederland stagneert de ontwikkeling van datacenters door vergunningenstop en netcongestie. “Amsterdam was jarenlang een topmarkt in de FLAPD-regio (Frankfurt, Londen, Amsterdam, Parijs, Dublin). Maar door restrictief beleid verliezen we die positie aan andere regio’s. Er worden nu nauwelijks nog vergunningen afgegeven, terwijl andere landen volop inzetten op uitbreiding.”
Selectie op betrouwbaarheid, snelheid en rendement
NIBC staat bekend om haar snelheid en kennis in marktfinancieringen. De bank richt zich op deelname in syndicaten en niet op het verstrekken van grote, zelfstandige leningen. “We zijn vaak als eerste klaar met interne goedkeuring. Dat waarderen klanten, andere banken en adviseurs.” Bij nieuwe investeringen kijkt NIBC primair naar de eigenaar. “Als we een partij kennen en vertrouwen, is dat één van de belangrijkste criteria,” zegt Van Roggen. Duurzaamheid speelt uiteraard een rol, maar wordt doorgaans al geborgd via de institutionele investeerders van de klant. “Zij stellen al strikte eisen. Wij hoeven dat vaak dus niet meer apart toe te lichten.”
Regeldruk belemmert Europese positie
Tot slot roept Van Roggen op tot minder regeldruk. “Een datacenter ontwikkelen duurt in Nederland vaak tien jaar. In de Verenigde Staten gaat dat veel sneller. Europa loopt achter. We reguleren alles, terwijl innovatie ruimte nodig heeft.” Volgens NIBC zal de vraag naar datacenters en connectiviteit blijven groeien, onder meer door cloud, AI en datasoevereiniteit. “Elk land wil dat gevoelige data binnen de eigen grenzen blijven. Meer lokale datacenters zijn dan onvermijdelijk. Maar dan moet de overheid wel ruimte bieden.”

