Minister Van der Hoeven van Economische Zaken heeft een aantal Kamervragen beantwoord die zijn gesteld naar aanleiding van berichten in de media. Begin maart verhaalde het Financieele Dagblad over de wijzigingen die mobiele operators aanbrachten in afrekenmethodes. Andere media namen dit over en dat werd opgepikt door een aantal Kamerleden. Toen het FD het artikel plaatste (6 maart 2010) waren er geen actuele veranderingen in de betaalmethodes van de operators. KPN had ruim een maand eerder al zijn laatste abonnementen omgezet op het zogenaamde per minute billing.
Van der Hoeven benadrukt in haar antwoorden dat tarieven helder moeten zijn voor de consument en gaat daarom door met beleid dat door Heemskerk is ingezet. EZ maakt afspraken met de branche over tarieftransparantie en een gestandaardiseerde presentatie van tarieven. Maatregelen tegen per minute billing komen er niet. Op de binnenlandse retailmarkt voor mobiele telefonie bestaat voldoende concurrentie volgens Opta.
Wel vaker krijgen Kamerleden het verwijt dat de waan van de dag nogal eens regeert. Ook in dit geval kan men zich afvragen wat de drijfveer is om op basis van berichten in de media vragen te stellen zonder er verder in te duiken. De veranderde afrekenmethode staat namelijk niet op zich. Het is er slechts een van drie wijzigingen die met elkaar in verband staan en die gezamenlijk tot een hogere rekening voor de consument leiden. Naast per minute billing zijn dat mindere carry over duration (niet gebruikt beltegoed blijft minder lang bruikbaar) en verhoging van de buitenbundeltarieven.
Een en ander moet leiden tot een verhoogde ARPU voor de operator. Dat gaat als volgt in zijn werk: de lengte van een gesprek wordt altijd naar boven afgerond. Daardoor is de belbundel eerder leeg. De volgende stap is dat de abonnee meer buiten z’n bundel gaat bellen. De buitenbundeltarieven zijn altijd hoger dan die binnen de bundel, maar zijn in de loop van vorig jaar in veel gevallen nog eens verhoogd. De laatste stap is dat de abonnee zich gaat indekken tegen deze hoge tarieven door een grotere bundel te kopen, zodanig groot dat hij zelden de bundel op maakt. Voorheen kon hij de overgebleven minuten in de maand erna opbellen, maar die carry over duration is verkort of zodanig aangepast dat de klant eerst zijn nieuwe tegoed moet opmaken voordat hij zijn oude mag aanspreken. Resultaat: de ARPU wordt aanzienlijk verhoogd. De klant betaalt voor seconden die hij niet gebruikt, hij betaalt een duurder abonnement en hij betaalt voor minuten die hij niet verbelt. (Zie ook: Operators verhogen ARPU door wijzigingen in kleine lettertjes.)
Hoewel de Kamerleden in hun vragen verder hadden moeten kijken, deed Minister Van der Hoeven wat ze moest doen in haar antwoorden. Namelijk de grotere lijnen in het oog houden. Het gaat vooral om de transparantie van de tarieven. Het is niet voor niks dat de operators deze maatregelen verkiezen boven het simpelweg verhogen van abonnementsprijzen of minutentarieven. De operator blijft met zijn abonnementen namelijk hoog staan in de lijstjes van vergelijkingssites waar het gaat om goedkope abonnementen. Daar wordt immers gekeken naar de maandelijkse kosten, de minuutprijs, de combinatie met een mobiele telefoon, etc. De randvoorwaarden zijn voor het publiek minder interessant als ze hun keuze bepalen. Dat de consument hier geen notie van neemt, is niet verwonderlijk, aangezien het een zeer complexe opgave wordt om alle onderdelen van zo’n mobiel abonnement naast elkaar te leggen.