
VodafoneZiggo zette met Q1 een goed kwartaal neer. Er was sprake van groei en op enkele punten was zelfs sprake van records. Nader beschouwd komt de groei uit een stijging van de kabel-ARPU en uit de groei van de postpaid-mobiele klantenbasis.
In dit artikel gaan we op zoek naar de bronnen van de groei in Q1: prijzen, volumes en het mix-ffect. De resultaten over het eerste kwartaal waren zonder meer goed te noemen. De impact van de coronacrisis speelde slechts een kleine rol, namelijk sinds half maart. De groei was prima (omzet +3,3%, EBITDA +4,9%) en de guidance moest alleen worden aangepast voor de crisis. De groei van de EBITDA over 2020 wordt nu ingeschat tussen de 0 en 2 a 3 procent (voorheen: 2-3%), terwijl de verwachte 'cash flow' (voorheen: 'total cash available for potential shareholder distributions') blijft staan op EUR 400-500 miljoen.
In een toelichting aan Telecompaper toonde CFO Ritchy Drost zich tevreden en trots. De strategie pakt goed uit en ook de innovatie (Mediabox Next, 5G) doet zijn werk.
Omzet: groei door stijgende kabel-ARPU en groeiende postpaid-basis
Al met al kwam de omzetgroei uit op 3,3 procent. Daaarmee laat VZ nu vier kwartalen van groei zien en bovendien is het het hoogste niveau sinds het ontstaan van de onderneming. De top-line groei van de vier divisies kwam als volgt tot stand:
- Consumer cable: omzet +4,0 procent door prijsverhoging 1 juli 2019. Daardoor steeg de ARPU met 6 procent, een hoger niveau dan vorheen. Het aantal klanten en het aantal verkochte diensten (RGU's) daalde echter.
- Consumer mobile: omzet +4,2 procent door fors gestegen handsetverkopen. De postpaid-ARPU daalde met 5 procent, minder dan de afnames van de beide voorgaande kwartalen. Dit had te maken met lagere out-of-bundle inkomsten en met fasering van de kortingen die op multiplays worden geboden en worden toebedeeld aan mobiel. Er was groei in het postpaidsegment van 46.000 klanten, in lijn met de afgelopen kwartalen. Ook het verlies in prepaid van 35.000 was niet opvallend, bij een stabiele ARPU.
- Business cable: omzet +5,6 procent door prijsverhoging. De ARPU steeg daardoor in het SoHo-segment met 4 procent (beter dan voorheen). In het MKB-segment daalde de ARPU met 2 procent. Beide segmenten zagen het aantal klanten en RGU's toenemen.
- Business mobile: omzet +0,4 procent dankzij gestegen handsetverkopen. De ARPU daalde met 15 procent, in lijn met de voorgaande twee kwartalen. Het aantal klanten steeg gestaag door met 26.300.
Als we de omzet splitsen naar vast (kabel) en mobiel, dan zien we dat kabel een recordgroei boekte van 4,3 procent, terwijl mobiel een groei beleefde van 1,2 procent (en overige +13%).
- Bij kabel komt de groei uit abonnementen (service revenues) - bij een overwegend toenemende ARPU (als gevolg van prijsverhogingen) en een afnemend aantal klanten.
- Bij mobiel is de groei te danken aan de niet-dienstenomzet (handsets) en de toename van het aantal klanten - bij een dalende ARPU.
- Verder spelen mixeffecten een positieve rol.
We kunnen de 'kwaliteit' van de klantenbasis uitdrukken in een aantal grootheden. Deze laten een verschuiving zien naar hoogwaardiger diensten, wat de ARPU's ten goede komt - het mixeffect.
- In een aantal markten (breedband, postpaid) is een verschuiving te zien van consument naar zakelijk (waar de ARPU hoger is) door een hogere procentuele groei in het zakelijke segment. Dit ondersteunt de ARPU van de totale 'vaste' base van 3,87 miljoen klanten, die steeg naar (afgerond) EUR 49 (vorig jaar EUR 46).
- In de televisie-base (consument en zakelijk) steeg het gedeelte 'enhanced video' licht naar 87,4 procent (vorig jaar 87,0%), ten koste van de 'basic video' basis.
- In de mobiele base (consument en zakelijk) nam het gedeelte postpaid toe tot 89,3 procent (vorig jaar 85,8%), ten koste van het prepaidsegment.
Ten aanzien van de multiplay en FMC-strategie (fixed-mobile convergence) laat VZ een verdergaande mate van bundeling zien:
- Het aantal 'vaste' RGU's per klant was stabiel op 2,49.
- Het aantal SIM's per huishouden steeg licht naar 1,56.
- Het aantal single-play en het aantal triple-play klanten nam af ten gunste van de double-play basis, die nu op 26 procent staat.
- Het aantal convergente huishoudens bereikte in Q1 de 41 procent van de breedbandbasis, 8 punten meer dan een jaar geleden.
- Het aantal convergente mobiele klanten kwam uit op 47,3 procent van de postpaidbasis, een winst van 10 punten ten opzichte van vorig jaar.
Resultaat: marge op record, vrije kasstroom stabiel
De operationele kosten stegen minder snel (+2,0%) dan de omzet, waardoor de EBITDA-marge klom naar 45,8 procent, een recordniveau voor VZ. Een opsplitsing van deze kosten volgt overigens pas bij het definitieve Q1-rapport (eind mei).
De investeringen stegen naar EUR 223 miljoen (22,4% van de omzet). De vrije kasstroom over vier kwartalen was een vrij stabiele 23,9 procent van de omzet.
Desgevraagd legt Drost uit hoe (vooral na Q1) de coronacrisis doorwerkt in de resultaten.
- Omzet. Minder reizen heeft een drukkend effect op de out-of-bundle inkomsten. Daarnaast is het seizoenspatroon van opzeggingen van Ziggo Sport naar voren gehaald door de crisis.
- Kosten. De zorg voor de klanten en medewerkers, een helpdesk voor ouderen en het grats aanbieden van Film1 brengt kosten met zich mee.
Op basis hiervan is de verwachte groei van de EBITDA (genoemd OCF) verlaagd van 2-3 procent naar tussen de 0 en 2-3 procent.