Het BIPT vindt niet dat het nodig is om toegang tot breedbandinternet voor heel de bevolking gratis te maken. Dat schrijft de toezichthouder in een advies over een resolutie die was ingediend door Roberto D’Amico (PVDA) en consorten. Volgens de Belgische waakhond is een dergelijke maatregel niet nodig om de doelstelling van het dichten van de digitale kloof te bereiken.
Daarnaast is de maatregel volgens het BIPT ook niet in overeenstemming met het doel om connectiviteit te bevorderen, waarin het Europees wetboek voor elektronische communicatie voorziet. Het BIPT meent dat zo'n beleid een negatieve impact kan hebben op de motivatie van de operatoren om te investeren in een goed netwerk en daarmee op lange termijn slecht kan zijn voor de connectiviteit in België.
Ook geen gratis toegang voor gezinnen onder armoedegrens nodig, wel meer gratis Wi-Fi in openbare ruimte
Het BIPT zegt daarnaast ook dat het niet nodig is om gezinnen waarvan het maandinkomen lager ligt dan de armoedegrens onmiddellijk gratis internettoegang te geven. Het verwijst daarbij naar het reeds bestaande systeem van sociale tarieven, die beschreven staan in de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie. De aanbieders van de sociale tarieven verplichten om een volledig kosteloze internetdienst te bieden aan bepaalde categorieën van personen zou onevenredig blijken en indruisen tegen het Europees wetboek voor elektronische communicatie, concludeert het BIPT.
Het BIPT zegt wel voorstander te zijn van het voorstel van Roberto D’Amico en consorten om te voorzien in gratis toegankelijke Wi-Fi-netwerken in de openbare ruimte door het opzetten van een goede samenwerking met de lokale besturen en de deelstaten. Daarnaast meent de toezichthouder dat het voorzien van gratis Wi-Fi in openbare ruimtes in lijn ligt met het Europese WiFi4EU-project en stelt het BIPT voor om daarop in te spelen. De organisatie plaatst wel enkele kanttekeningen, gezien de nadelen van gratis Wi-Fi-netwerken. Daarbij valt te denken aan risico van storingen, veiligheidsrisico's en risico van concurrentieverstoring ten aanzien van de betalende mobiele diensten.
