
Hardnekkige ICT-problemen en oplopende kosten brengen de Omgevingswet in gevaar. Dat schrijft dagblad Trouw, dat beschikt over twee nog vertrouwelijke rapporten. De computersystemen zijn ondanks eerdere waarschuwingen nog steeds te ingewikkeld en gemeenten vrezen veel meer geld kwijt te zijn dan voorgespiegeld.
De Omgevingswet is volgens het kabinet ‘de grootste wetgevingsoperatie sinds 1848’. Het is de bedoeling dat vanaf 1 januari 2022 alle wetten en regels die nu nog de inrichting van het landschap bepalen, opgaan in deze ene wet. De Omgevingswet belooft overzichtelijke digitale bestemmingsplannen en korte procedures voor burger en bedrijfsleven, eenvoudige vergunningen voor verbouwingen en evenementen.
De invoering van de Omgevingswet is al diverse keren uitgesteld, omdat het belangrijkste IT-systeem kampt met een serie tegenvallers. Alle lagere overheden moeten daarop worden aangesloten, zoals gemeenten, provincies, kadaster en waterschappen.
BIT oordeelt over IT, KPMG over kosten
Bureau ICT-Toetsing (BIT) heeft in oktober een advies verstuurd, dat nog niet is openbaar gemaakt. Daarin staat dat de systemen nog ontoereikend zijn. BIT zei dat in 2017 ook al een keer.
Een bijkomend probleem is dat de rekening van de invoering van de wet inmiddels hoog oploopt. KPMG heeft becijferd dat de totale ‘transitiekosten’ voor de betrokken instanties tot 2029 EUR 1,5 tot 1,8 miljard bedragen. Gemeenten moeten daarvan het grootste deel betalen, namelijk EUR 1,2 tot 1,5 miljard. Ook krijgen ze structurele kosten als de Omgevingswet is ingevoerd.
Het KPMG-rapport ligt in conceptversie op het ministerie. Een woordvoerder laat weten dat er ook andere onderzoeken lopen waardoor er nog geen ‘integraal beeld’ is van de totale kosten. naar verwachting is die duidelijkheid er nog niet als de Tweede Kamer er op 25 november een debat over houdt.