Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft besloten om een gedeelte van boetes en lasten onder dwangsom te handhaven die ACM aan Pretium heeft opgelegd. Het gaat om boetes en lasten onder dwangsom die door ACM (destijds de Consumentenautoriteit) zijn opgelegd in 2008, omdat Pretium de regels voor de telemarketing had overtreden. Het boetebedrag bedraagt nu in totaal ruim 47.000 euro.
Tijdens telemarketinggesprekken informeerde Pretium consumenten niet duidelijk genoeg over haar identiteit en het commerciële oogmerk van de gesprekken. Ook heeft Pretium niet tijdig de gesprekskosten en de minimale duur van de overeenkomst meegedeeld en evenmin gemeld dat er een bedenktijd gold. Dat was in strijd met de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc). In 2011 sprak de rechtbank Rotterdam zich uit over de zaak en verlaagde het boetebesluit van de Consumentenautoriteit.
Het CBb draait deze verlaging nu deels terug, maar stelt ook dat Pretium geen overtreding heeft begaan wat betreft het toepassen van de bedenktijd. Ook past het een vermindering toe van de boetes vanwege het overschrijden van de redelijke termijn.
