
Het grootste gedeelte van de stroom die datacenters verbruiken, wordt omgezet in warmte. Deze restwarmte, bijna geheel groen opgewekt, wordt op dit moment niet of nauwelijks nuttig hergebruikt. De concentratie van online diensten in een datacenter, al dan niet gevestigd met andere datacenters op een campus, biedt daarom een groot, tot dusver nauwelijks benut energie potentieel. De benutting van de restwarmte die door datacenters geproduceerd wordt, is een logische stap naar een volwaardige circulaire economie. De Nederlandse datacenter sector, vertegenwoordigd door de DDA, wil de energietransitie versnellen. Daarom biedt de sector haar restwarmte gratis aan.
Daarvoor in de plaats verwacht de sector een beleid dat hierop inspeelt. DDA geeft aan dat het mogelijk is om resultaat te boeken en Nederland sneller CO2-neutraal te maken door wijzigingen in de regelgeving. De energie om een ‘buis in de grond te leggen’ moet zo min mogelijk opgaan aan vergunningstrajecten, milieuverordeningen en bestemmingsplannen die de snelheid eruit halen. Samenhangend beleid om het hogere doel te halen is essentieel. Door (energie)belastingen te verhogen worden de klimaatdoelen niet gehaald, meent DDA.
De datacenter sector maakt vrijwel uitsluitend gebruik van groene stroom en is daarmee future proof, verklaart DDA. Datacenters brengen efficiency voordelen door IT-apparatuur op één plaats samen te brengen en te concentreren. Door de professionele exploitatie van de datacenter faciliteiten worden grote hoeveelheden energie bespaard in vergelijking met wanneer IT bij bedrijven zou blijven staan. Door schaalvoordeel, specialisatie en hoogwaardige technologie kunnen datacenters zeer efficiënt omgaan met energie. Zonder datacenters zouden onze economie en samenleving meer dan het dubbele van de hoeveelheid energie gebruiken die nu wordt gebruikt.