
De Europese Commissie heeft vrijdag 10 juni een nieuwe, uitgebreide agenda geadopteerd op het gebied van het stimuleren van digitale vaardigheden. Het doel is dat EU-burgers zo vroeg mogelijk in hun leven een set digitale vaardigheden aanleren en om het meeste te halen uit het beschikbare menselijk kapitaal in de 28 EU-lidstaten. Daarmee moet uiteindelijk ook de concurrentiekracht en economische groei van de EU vergroot worden, evenals de kansen van EU-burgers op de arbeidsmarkt.
Europees Commissarissen Oettinger (Digitale Economie en maatschappij) en Ansip (Digitale Gezamenlijke markt) roepen EU-lidstaten en andere stakeholders op om meer te doen aan het stimuleren van digitale vaardigheden bij burgers en werknemers. Momenteel zouden er EU-wijd 70 miljoen mensen zijn met geen of onvoldoende lees- en schrijfvaardigheden.
Een nog grotere groep heeft onvoldoende digitale vaardigheden om ten volle gebruik te kunnen maken van kansen die de digitale samenleving biedt. Tegelijk is er een groeiende groep vooral jongere Europeanen die zich onvoldoende kan ontplooien in hun werk, terwijl 40 procent van de werkgevers aangeeft onvoldoende mensen te kunnen vinden met de benodigde digitale vaardigheden voor openstaande functies.
Er zijn 10 concrete actiepunten voorgesteld om er voor te zorgen dat de diverse gesignaleerde problemen aangepakt worden door digitale vaardigheden te herkennen en te promoten in diverse omgevingen, van onderwijs tot arbeidsmarkt en van lokaal tot en met EU-niveau. Het gaat om punten zoals een vaardighedengarantie, die een ondergrens moet vormen voor laagopgeleide volwassenen op gebieden zoals lees- en schrijfvaardigheden en digitale vaardigheden, maar ook een digitale en werkcoalitie van overheden, onderwijsinstellingen en bedrijven om een afdoende pool te creëren aan mensen met benodigde digitale vaardigheden.