Eind 2015 waren volgens het CBS 1,2 miljoen Nederlanders nog nooit online geweest, ofwel 8 procent van de bevolking. In 2012 ging het nog om 10 procent van de bevolking. Hoewel het vooral senioren (75+) zijn die nog nooit gebruik hebben gemaakt van internet of een online dienst, zijn ook zij steeds vaker aan het surfen. In 2012 had 66 procent van de 75-plussers nog nooit internet gebruikt, eind vorig jaar was dat nog 50 procent.
Het internetgebruik onder ouderen neemt vooral toe doordat mensen die al internet gebruikten de 75 zijn gepasseerd in deze periode. Bij 75-plussers zijn vrouwen vaker dan mannen niet actief op internet. In 2015 betrof het zeven op de tien vrouwen tegen bijna drie op de tien mannen van 75 jaar of ouder. Omdat ouderen bovengemiddeld vaak een lagere opleiding hebben, zijn volgens het CBS laagopgeleiden oververtegenwoordigd bij de niet-internetters. Ook in de andere leeftijdscategorieën zijn veel mensen die niet op het web surfen laagopgeleid.
Zo’n 60 procent van de groep Nederlanders die geen internet gebruiken, hebben ook geen internetverbinding. De overige 40 procent heeft wel een verbinding, maar maakt hier geen gebruik van. Eind 2015 had 6 procent van de personen van 12 jaar of ouder thuis geen toegang tot internet, bijna 870 duizend mensen. Twee op de tien mensen die thuis geen online toegang hebben, gebruiken buitenshuis wel internet. Ook hier blijven senioren achter: vier op de tien 75-plussers hebben thuis geen internet.
Van de Nederlanders die thuis geen internetverbinding hebben, geeft 70 procent aan dat ze niet geïnteresseerd zijn in een internetverbinding. Drie op de tien mensen zonder internet stelt dat ze onvoldoende kennis en vaardigheden hebben om online te gaan. Voor 6 procent telt (ook) mee dat er in de buurt geen breedbandverbinding beschikbaar is.
