De Europese Commissie heeft tijdens een vergadering afgelopen woensdag voorzieningen onderschreven voor grensoverschrijdende datastromen en de bescherming van persoonlijke gegevens in handelsbesprekingen. De bescherming van persoonlijke gegevens is een fundamenteel recht in de EU en kan daarom nooit het onderwerp zijn van EU-handelsovereenkomsten, aldus de EC.
Het voorkeurspad voor de EU zijn zogeheten toereikendheidsbeslissingen. Daarbij wordt een gelijkwaardig niveau van databescherming van een derde partij erkend. Dialogen over databeschermingen en handelsbesprekingen met derde partijen – zoals waar het Verenigd Koninkrijk na de Brexit onder valt – kunnen elkaar aanvullen maar moeten uiteenlopende paden volgen. Daar vallen dialogen onder die nu gevoerd worden met Japan en Zuid-Korea.
De EC stelt vooral te hebben gekeken naar hoe de belangen van de EU op databeschermingsgebied het beste gediend zijn. Daarbij gaat het vooral om zaken waar een toereikendheidsbeslissing niet realiseerbaar is parallel aan handelsgesprekken.
Bescherming persoonlijke gegevens voorop
Een projectteam onder leiding van eerste vicepresident Frans Timmermans heeft volgens de Commissie geleid tot een gebalanceerde positie die gebruikt kan worden in handelsbesprekingen op het punt van datastromen. Dit uitgangspunt moet de EU de mogelijkheid geven om protectionistische praktijken in derde landen aan te pakken, terwijl de handelsovereenkomsten die hier uit voortkomen niet gebruikt kunnen worden om de strikte EU-regels op het gebied van bescherming van persoonlijke gegevens te ondermijnen.
