De Eerste Kamer stelt vragen aan de regering over de wijziging in de Telecommunicatiewet over de toegang tot omroepmasten. De senaat vraagt de regering om aan te geven of de wettelijke bepaling in overeenstemming is met EU-regelgeving. Verder wordt Verhagen gevraagd om uitleg te geven over de belangentegenstellingen die bij dit gewijzigde amendement een rol spelen of kunnen spelen en anderzijds de afweging van deze belangentegenstellingen door de regering. Tot slot wil de Eerste Kamer weten of er zich nog nieuwe ontwikkelingen en inzichten zijn ontstaan.
De Tweede Kamer heeft (met een amendement van VVD en CDA, dat voldoende steun kreeg) enkele zinnen toegevoegd aan de Telecommunicatiewet over de gereguleerde tarieven voor de toegang tot omroepmasten. Exploitanten van radio-en tv-masten mogen een redelijke vergoeding vragen aan omroepen.
De 'redelijke vergoeding' is door middel van een amendement aangescherpt. De vergoeding is alleen redelijk als die "efficiënt, transparant en niet-discriminatoir is, en de kosten van de werkelijk afgenomen capaciteit weerspiegelt. Daarbij draagt de aanbieder die aan het verzoek tot medegebruik voldoet bij geschillen de bewijslast voor de redelijkheid van de vergoeding".
Verhagen was het niet eens met het voorstel van de Tweede Kamer. Die regulering gaat volgens hem veel te ver en zou ertoe kunnen leiden dat een bedrijf als Novec structureel verliesgevend wordt.
