
Europese technologiebedrijven hebben geavanceerde digitale surveillancetechnologie verkocht aan aan Chinese veiligheidsdiensten, stelt Amnesty International op basis van eigen onderzoek. De technologie is mogelijk gebruikt bij mensenrechtenschendingen.
Volgens Amnesty gaat het om drie bedrijven uit Nederland, Frankrijk en Zweden. Zij leverden digitale surveillancetechnologie aan belangrijke spelers op het gebied van massasurveillance en openbare veiligheid in China. Het gaat dan bijvoorbeeld om biometrische technologie, zoals systemen voor gezichtsherkenning, maar ook om surveillance-camera’s.
Ook het Nederlandse technologiebedrijf Noldus leverde surveillanceproducten aan China, waaronder aan universiteiten in de regio Xinjiang, waar de onderdrukte bevolkingsgroep Oeigoeren woont. De ‘FaceReader’-software van het bedrijf wordt gebruikt voor geautomatiseerde analyse van gezichtsuitdrukkingen, bijvoorbeeld woede, geluk, verdriet, verrassing en walging.
Amnesty International roept de Europese Unie op om tijdens de bijeenkomst over exportregelgeving op 22 september 2020 dit soort export beter te reguleren. De burgerrechten-NGO stelt dat de exporterende bedrijven een groot risico lopen om bij te dragen aan mensenrechtenschendingen.