
De Belgische telecomtoezichthouder BIPT heeft opnieuw een nederlaag geleden. De 18de kamer van het Hof van Beroep in Brussel heeft de mobiele maximumtarieven vernietigd die het BIPT voor november 2006 en mei 2007 aan de drie mobiele operatoren Proximus, Mobistar en Base had opgelegd. Het Hof van Beroep heeft vorig jaar april al een reeks maximumtarieven van latere datum vernietigd. Het huidige vonnis zal de prijzen voor mobiel bellen niet direct beïnvloeden, schrijt Datanews. Na de vernietiging van de maximumtarieven op 4 april vorig jaar heeft het BIPT nieuwe maximumtarieven vastgelegd.
De rechtbank hekelde in haar vonnis de lakse houding van het BIPT bij het verlagen van de gespreksafgiftekosten (MTA). Dat zijn de tarieven die operatoren elkaar berekenen om een abonnee van een ander netwerk met hun eigen abonnees door te verbinden. Omdat die prijzen uiteindelijk aan de klant worden doorgerekend, bepalen ze vmerendeels de prijzen voor mobiel bellen. Op 11 augustus 2006 bepaalde het Bipt dat gespreksafgifte voor elk van de mobiele operatoren een monopoliesituatie uitmaakte. Base berekende echter een veel hoger MTA-tarief dan Proximus. Het BIPT had de verhoging van het MTA-tarief door Base toegestaan omdat Base vijf jaar na Proximus op de markt kwam en moeilijke momenten had gekend. Gespreksafgifte betekende in 2005 een derde van de inkomsten van Base.
De Europese Commissie stelt echter dat operatoren in een monopoliesituatie 'kostengeoriënteerde prijzen' aanrekenen. Daarmee bedoelt ze dat alleen de kosten die een efficiënte operator zou maken mogen worden doorgerekend. Volgens Analysys, de adviseur van het Bipt, moesten de gespreksafgifteprijzen daarom ongeveer met de helft worden omlaag. Geen 12,66 cent voor Proximus, maar 6,56 cent. En voor Base geen 19,60 cent, maar 10,41.
Volgens het Hof van Beroep heeft het BIPT fout gehandeld omdat het in 2006 haar maximumtarieven maar verplicht stelde tot eind 2007. Vanaf 2008 waren die prijzen alleen "indicatief". En die 'indicatieve' maximumprijzen waren op dat moment nog niet kostengeoriënteerd. Dus vindt het Hof dat het BIPT daar rechtsonzekerheid schiep en de operatoren niet aanzette om efficiënt te zijn, zoals het behoorde te doen. Vandaar de vernietiging van de beslissing over de maximumprijzen.