Ziggo en UPC hebben van de civiele rechter in Amsterdam het recht aan hun kant gekregen in een kort geding over auteursrechten. De Vereniging ter Exploitatie van Vertoningsrechten op Audiovisueel Materiaal (Vevam) eiste van UPC, Ziggo en de vereniging Rechtenoverleg voor Distributie van Audiovisuele Producties (Rodap) een vergoeding van auteursrechten, namens de regisseurs van filmwerken.
Tot 1 oktober 2012 betaalden de twee kabelaars een vergoeding van 0,62 of 0,82 euro per abonnee per maand voor auteursrechten. Dit bedrag werd verdeeld over meerdere organisaties, Vevam kreeg er 8 procent van (5 à 6 cent). Na die datum is er niets meer betaald, omdat de onderhandelingen over een nieuwe Kabelovereenkomst zijn vastgelopen.
Vevam stelt kort samengevat dat alle Nederlandse kabelexploitanten, waaronder Ziggo en UPC, voor kabeldoorgifte de toestemming nodig hebben van Vevam en andere collectieve beheersorganisaties, op basis van de Kabelovereenkomsten. Op grond daarvan eiste zij met terugwerkende kracht een vergoeding op.
Ziggo, UPC en NLkabel stellen echter dat het Gerechtshof in Den Haag al in 2012 de bodem onder deze redenering heeft weggeslagen. In dat arrest is geoordeeld dat ‘de Amstelveense kabelarresten’ van de Hoge Raad (die dateren van de jaren ’80) niet meer van toepassing zijn op Ziggo en UPC, door technische veranderingen. Werden signalen destijds analoog door de ether verzonden, tegenwoordig gaat bijna alles over glasvezel via de Media Gateway in Hilversum.
De kabelmaatschappijen zeggen dat er daarom geen sprake meer is van een openbaarmaking in de zin van de Auteurswet, noch van een wettelijke taak voor Vevam. De voorzieningenrechter volgt deze redenering. Het stellen van vragen aan de Hoge Raad (zoals verzocht door Vevam) vindt hij niet opportuun, aangezien er al een cassatie loopt in een vergelijkbare zaak.
