
Staatssecretaris Teeven van V&J is niet van plan om een opt-in verplicht te maken voor bedrijven die WiFi-signalen indexeren, zoals Google doet voor Street View. Zo’n wettelijke verplichting zou volgens hem uniek zijn in Europa en daarnaast innovatie hinderen.
In de Tweede Kamer is onrust over Google Street View, mede naar aanleiding van een traject van het Cbp tegen Google. Het College bescherming persoonsgegevens (Cbp) beschouwt de combinatie van het MAC-adres en de berekende locatie van de router als persoonsgegeven, maar vindt niet dat een opt-in verplicht is voor het verwerken van die data. Een bedrijf dat die gegevens verzamelt, moet wel kunnen uitleggen welke belangenafweging het gemaakt heeft.
Het ligt anders met de SSID-naam van een draadloos netwerk, die kan namelijk door de gebruiker worden ingesteld. Het Cbp acht de verwerking van SSID’s niet noodzakelijk voor het functioneren van de locatiediensten. Daarom is een algemene belangenafweging niet genoeg: er moet een andere rechtvaardigingsgrond bestaan. Een opt-in is een van de mogelijkheden. Teeven wil overigens niet vooruitlopen op het nog lopende Cbp-onderzoek naar Google Street View.
Het kabinet wil ook geen nadere wetgeving voor WiFi-hotspots. Gebruikers dienen te beseffen dat hotspots kunnen worden afgeluisterd en dienen zelf maatregelen te nemen. Daar komt bij dat een hotspot telkens kort gebruikt wordt door een grotere groep mensen, wat in de regel ook niet leidt tot ‘de weergave van een indringend beeld van de persoonlijke levenssfeer van een of meer specifieke betrokkenen’.