Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) heeft op vrijdag 9 maart het Nationaal eHealth Living Lab geopend. In dit NeLL wil het LUMC alle landelijke eHealth-initiatieven samenbrengen en het nut van mobiele gezondheidsapps testen.
Volgens hoogleraar Niels Chavannes moet het NeLL een vertaalslag maken van onderzoek naar praktijk. Het living lab is gevestigd op het terrein van het LUMC. Het is opgericht in samenwerking met nationale en internationale stakeholders binnen de zorg en de technologie.
Ehealth-toepassingen getest
Voorbeelden van digitale toepassingen voor het monitoren en bevorderen van de gezondheid zijn apps, sensoren, wearables, robots en videocommunicatiemiddelen. De toepassingen worden getest door een panel van zorggebruikers, zorgverleners, onderzoekers, studenten en ICT’ers. Door deze opzet moeten de partijen elkaar kunnen informeren en inspireren om tot nieuwe ehealth-toepassingen te komen die op de eindgebruiker zijn afgestemd.
Burgemeester Lenferink van Leiden opent het Nationaal eHealth Living Lab.
Het living lab heeft een begroting van enkele tonnen. Er zal onder meer gekeken worden welke van de circa 325.000 gezondheidsapps ook daadwerkelijke nuttig en zinvol zijn. Apps die met een goede beoordeling uit de test komen, moeten een keurmerk krijgen. Met de beoordelingen wil het NeLL een onafhankelijke Europese standaard zetten.
Inspiratie uit bedrifjsleven
Bij de oprichting van het NeLL werd samengewerkt met het ministerie van VWS en met de partners in de Medical Delta, het samenwerkingsverband van overheden, universiteiten, universitaire ziekenhuizen en andere kennisinstellingen in Zuid-Holland. Het initiatief heeft zich naar eigen zeggen laten inspireren door het bedrijfsleven, waar nieuwe producten en diensten binnen healthtech vaak worden ontwikkeld in samenspraak met leverancier, partners en klanten.
