De Nederlandse regering onderneemt geen directe actie naar aanleiding van berichtgeving in de media over onderschepte Nederlandse telefoongesprekken door de Amerikaanse inlichtingendienst NSA. Dat schrijft minister Plasterk van Binnenlandse Zaken in een brief aan de Tweede Kamer. Hij reageert daarmee ook namens de ministers van Veiligheid & Justitie, Buitenlandse Zaken en Defensie op vragen van diverse fracties in de Tweede Kamer op 22 oktober.
Aanleiding was een bericht in Le Monde waaruit bleek dat de NSA eind vorig jaar, begin dit jaar 1,8 miljoen telefoongesprekken in Nederland zou hebben afgeluisterd. Volgens Plasterk vindt de overheid het aanvaardbaar dat buitenlandse inlichtingendiensten bepaalde metadata zoals herkomst en tijdsduur van telefoongesprekken onderschept in het kader van zaken zoals terrorismebestrijding. Afluisteren van gesprekken mag echter alleen met uitdrukkelijke toestemming van de betrokken Nederlandse ministers.
Volgens Plasterk ondersteunt de regering gesprekken tussen Franse en Duitse vertegenwoordigers van inlichtingendiensten met hun NSA-tegenhanger en zal het waar nodig een actieve bijdrage aan deze gesprekken leveren. Plasterk wijst er verder op dat BuZa-minister Frans Timmermans aan zijn Amerikaanse collega Kerry al de zorgen van de Nederlandse overheid heeft overgebracht over het afluisteren en heeft aangedrongen op meer transparantie.
