Er moet een wet komen die alle aspecten van dataverkeer omvat. Daarvoor pleiten vandaag PvdA tweede Kamerleden Jeroen Recourt en Astrid Oosenbrug tijdens het debat over de begroting voor het ministerie van Veiligheid en Justitie. Volgens de twee Kamerleden is er een meer eigentijdse wet nodig die niet alleen de privacy van burgers beschermt, maar ook grenzen stelt aan wat bedrijven en overheden met data mogen, zoals in de strijd tegen cybercriminaliteit. De PvdA-Kamerleden dienen vanmiddag een wetsvoorstel in. "De huidige wet is in 1904 in het leven geroepen voor telefoonverkeer en daarna veelvuldig bijgeschaafd. Het is alsof we met een postkoets de digitale snelweg betreden", zegt Recourt volgens de NOS.
Recourt en Oosenburg stellen dat dataverkeer alomtegenwoordig is in de huidige maatschappij. E-mails en sms’jes, persoonlijke gegevens, transacties, het beland allemaal via vast, mobiele of draadloze netwerken op servers. Zowel in datacentra als onderweg is deze informatie vaak onvoldoende beschermd. De huidige wetgeving op het gebied van dataverkeer en –opslag is verouderd, menen de PvdA’ers. Zij pleiten ook voor een vergeetrecht zoals dat door het Europese Hof is opgelegd aan aanbieders van zoekmachines in de EU en een meldplicht voor datalekken. Er moet geen algemeen recht voor opsporingsdiensten komen om dataverkeer af te luisteren of te tappen, maar bij zaken zoals kinderporno moeten er afdoende instrumenten zijn, waaronder het recht om sites te hacken en providers te dwingen tot het verwijderen van content.
Recourt en Oosenburg wijzen er verder op dat meer hedendaagse wetgeving Nederland aantrekkelijker kan maken als vestigingsland voor online actieve partijen. De Nederlandse interneteconomie zou direct werk bieden aan 140.000 mensen en Nederland is al het op een na grootste internetknooppunt wereldwijd.
