De leiding van telecom-joint venture KPN Qwest heeft zich niet schuldig gemaakt aan misleiding van hun banken door zich te verzekeren van een kredietlijn van 500 miljoen euro vlak voorafgaand aan het faillissement van de onderneming. Dat oordeelt volgens Het Financieele Dagblad de Amsterdamse rechtbank in een zaak die Citibank en hedgefonds Cargill hadden aangespannen tegen de twee eigenaren van de jv, KPN en Qwest. De joint venture ging in 2002 failliet.
Volgens de rechtbank waren de banken die het krediet gaven goed op de hoogte van de slechte omstandigheden waarin KPNQwest zich bevond. Alle betrokken partijen zagen destijds echter een reële kans dat het bedrijf kon overleven. KPNQwest ging in mei 2002 failliet, nadat er al 300 miljoen euro van de kredietfaciliteit was opgebruikt. Cargill en Citibank hadden voor de rechtbank geëist dat hetzij KPN en Qwest, hetzij de bestuurders van de jv, de 300 miljoen euro terugbetaalden die met het faillissement verloren was gegaan.
Er loopt nog een andere rechtzaak waarin de curatoren van KPNQwest enkele miljarden euro’s eisen van de eigenaren van de jv of de bestuurders. Deze zaak zal naar verwachting nog enkele jaren duren.
