Er is binnen de EU betere coördinatie nodig om effectieve en consistente handhaving van privacy-wetgeving te garanderen. Onafhankelijke en krachtige privacy-toezichthouders spelen een belangrijke rol om het door de Europese Commissie gewenste hoge niveau van bescherming van persoonsgegevens te realiseren en te behouden. Dat stelde Viviane Reding, Eurocommissaris voor Justitie en Grondrechten, in een gesprek met privacy-toezichthouders verenigd in de Artikel 29-werkgroep (WP 29).
Reding herhaalde de toezegging van de Commissie om zich in te zetten voor de onafhankelijkheid van privacytoezichthouders, overeenkomstig het Verdrag van Lissabon en het Grondrechtenhandvest. Reding benadrukt dat er drie voorwaarden zijn om tot efficiente en consistente handhaving te komen. Ten eerste dient één leidende autoriteit verantwoordelijk te zijn voor het optreden in een bepaalde zaak. Ten tweede moeten de overige privacytoezichthouders de middelen hebben om ervoor te zorgen dat de leidende autoriteit tot actie over gaat, om gezamenlijk op te treden waar nodig en om te overleggen over de keuze van het rechtsmiddel. De derde voorwaarde is dat de Artikel 29-werkgroep in dit systeem een belangrijke rol speelt.”
Een nog te vormen European Data Protection Board moet na de gewenste herziening van regelgeving opvolger worden van de huidige Artikel 29-werkgroep.
